Investeringen

Jaarlijks wordt door de gemeente geïnvesteerd in onder andere gebouwen, wegen en bedrijfsmiddelen. Kenmerk van een investering is dat het nut van de betreffende goederen zich over meerdere jaren uitstrekt. Er ontstaan bezittingen waar over een periode van meerdere jaren gebruik gemaakt van wordt. Naast nieuwe bezittingen kan er ook geïnvesteerd worden in bestaande bezittingen. Dit laatste kan alleen als er sprake is van significante kwaliteitsverbetering, levensduurverlenging of aanpassingen om te voldoen aan wet- of regelgeving. Als aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, is er sprake van groot onderhoud. Kosten van groot onderhoud moeten gedekt worden in de exploitatie of uit een voorziening groot onderhoud.

Omdat investeringen meerdere jaren nut hebben voor de gemeenschap, komen de uitgaven gedurende meerdere jaren ten laste van de exploitatie. Dit zijn de afschrijvingslasten. Afgeschreven wordt op basis van de economische levensduur van de investering en er wordt lineair afgeschreven. Onder andere in verband met de investeringen trekt de gemeente leningen aan en ontstaan rentelasten. Op basis van de boekwaarde (aanschafwaarde min afschrijvingen) van de investeringen per 1 januari van een jaar worden de rentelasten verdeeld over de programma's/beleidsdoelen. Afschrijvingslasten en rentelasten tezamen worden de kapitaallasten genoemd. Dit zijn de budgettaire lasten die ten laste van de exploitatie komen.

De lopende en nieuwe investeringen zijn opgenomen in het Investeringsplan, dat hierna is opgenomen. Het Investeringsplan is een totaaloverzicht van alle investeringen, exclusief de investeringen die zijn opgenomen in het MPG. De investeringen worden bruto geraamd. Als investeringen worden gedekt door een bijdrage van derden of ten laste van een reserve dan wordt dit apart geraamd.

Verder is hierna een overzicht opgenomen met de wijzigingen in het investeringsplan ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2025 en het Strategisch Perspectief Investeringen (SPI) voorjaar 2025.

Autoriseren en vrijgeven investeringskredieten

Conform de Financiële verordening Haarlemmermeer 2023 (eerste wijziging), artikel 6, gelden voor het autoriseren van investeringskredieten de volgende regels:

  • nieuwe investeringen die opgenomen zijn in het investeringsplan die starten in het nieuwe begrotingsjaar en waarvan het investeringsbedrag lager is dan € 2 miljoen worden door de raad geautoriseerd bij het vaststellen van de primitieve begroting. De raad kan hierbij aangeven van welke nieuwe investeringen lager dan € 2 miljoen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen;

  • nieuwe investeringen met een investeringsbedrag van € 2 miljoen of hoger die opgenomen zijn in het investeringsplan worden met een afzonderlijk raadsvoorstel aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Uitgezonderd zijn vervangingsinvesteringen van € 2 miljoen of hoger die bestemd zijn voor de vervanging van activa waarvan de lasten conform het BBV moeten worden verantwoord onder het Overzicht overhead. Deze worden door de raad geautoriseerd bij het vaststellen van de primitieve begroting. De raad kan hierbij aangeven van welke investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen;

  • indien de uitvoering van een investeringskrediet zich over meerdere jaren uitstrekt, dan wordt het geautoriseerde investeringsbedrag op basis van de planning van het project over de uitvoeringsjaren verdeeld en per uitvoeringsjaar vrijgegeven. Verschuivingen tussen de jaarbedragen als gevolg van wijzigingen in de planning zijn toegestaan, mits de investering conform de door de raad vastgestelde doelen en voorwaarden wordt gerealiseerd en het totaal beschikbaar gestelde krediet niet wordt overschreden;

  • pas nadat de raad een investeringskrediet heeft geautoriseerd kunnen verplichtingen worden aangegaan.

In het hierna volgende investeringsplan zijn de investeringen waarvoor de raad een afzonderlijk raadsvoorstel krijgt om ze te autoriseren groen gearceerd. De overige nieuwe investeringen worden door de raad geautoriseerd bij het vaststellen van de Programmabegroting 2026-2029. In totaal gaat het om de volgende bedragen:

Tabel 174

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Te autoriseren nieuwe investeringen bij vaststelling programmabegroting

12.476

Later te autoriseren via een apart raadsvoorstel

116.927

Totaal nieuwe investeringen (bruto)

129.403

Tevens geeft de raad bij de vaststelling van de programmabegroting de jaarschijf 2026 vrij voor de geautoriseerde lopende en de nieuwe investeringen.

Recapitulerend gaat het om de volgende bedragen:

Tabel 175

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Vrij te geven jaarschijf lopende investeringen

100.195

Vrij te geven jaarschijf nieuwe investeringen

11.327

Vrij te geven jaarschijf bij vaststelling begroting

111.522

Later vrij te geven jaarschijf 2026

28.081

Totaal bruto te investeren in 2026

139.603

Gedekt door onttrekking reserves

-27.828

Gedekt door bijdragen derden

-26.888

Totaal netto te investeren in 2026

84.887

Stelpost onderuitputting kapitaallasten

In het meerjarenbeeld is er rekening mee gehouden dat van de totaal geraamde investeringsbedragen in een jaar 57,5% wordt besteed. Hierdoor vallen de geraamde kapitaallasten lager uit. Omdat niet van te voren te bepalen is welke investeringen een vertraging oplopen in de uitvoering, is hiervoor een stelpost opgenomen onder het Overzicht algemene dekkingsmiddelen. De geraamde onderuitputting is opgenomen in Tabel 176.

Tabel 176

Omschrijving
(bedragen x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Stelpost onderuitputting kapitaallasten

3.670

5.572

8.438

12.189