EMU-saldo

In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 20) is de verplichting vastgelegd dat de gemeenten het geraamde EMU-saldo moeten opnemen in de programmabegroting over het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar jaar en de drie daar op volgende jaren. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven met derden (dus geen afschrijvingen, waardemutaties, etc.) van de overheid op transactiebasis in een bepaald jaar. Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven wordt dan in een jaar binnenkomt, of dat er geld overgehouden wordt. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.

Tabel 285 

2019

2020

2021

2022

2023

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Volgens realisatie tot en met sept. 2019, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2020

Volgens meerjaren raming in begroting 2020

Volgens meerjaren raming in begroting 2020

Volgens meerjaren raming in begroting 2020

1

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-2.254

6.204

1.814

-8.765

-12.251

2

Mutatie (im)materiële vaste activa

73.240

63.538

33.656

-11.418

-29.267

3

Mutatie voorzieningen

-3.662

-899

-1.555

-1.737

-1.617

4

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

11.484

19.133

-3.049

-22.353

-734

5

Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-90.640

-77.366

-30.348

23.269

16.133