Grondslagen begroting
In deze paragraaf zijn de uitgangspunten en grondslagen opgenomen die zijn gehanteerd bij het opstellen van deze programmabegroting. Eerst worden de uitgangspunten van het financieel beleid genoemd. Daarna zijn de grondslagen uitgewerkt. Dit betreft de aangehouden indexeringen en de prognoses over de ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen.
Uitgangspunten financieel beleid
De volgende spelregels worden gehanteerd die moeten zorgen voor een solide financiële positie:
- een structureel sluitende begroting van baten en lasten
- financiële meevallers vloeien terug naar de algemene middelen
- tegenvallers worden zoveel als mogelijk opgevangen binnen het betreffende onderdeel van de programmabegroting
- taken die door het rijk worden overgeheveld naar gemeenten, moeten worden bekostigd met de middelen die daarvoor van het Rijk worden ontvangen
- de lokale lasten stijgen in principe niet, behoudens indexering
- leges moeten kostendekkend zijn
Grondslagen
Bij de behandeling van de Voorjaarsrapportage 2019 zijn de algemene indexeringspercentages voor 2020 vastgesteld. Het meerjarenbeeld 2021 tot en met 2023 is gebaseerd op constante prijzen. Dat wil zeggen dat het prijspeil 2020 ook voor die jaren wordt gehanteerd. Voor de jaren 2021 en verder is derhalve geen rekening gehouden met prijs- en loonstijgingen op de lasten en een inflatiecorrectie op de baten. De volgende grondslagen zijn voor de Programmabegroting 2020-2023 gehanteerd:
Tabel 268
Omschrijving | Grondslag |
---|---|
Loonkosten (inclusief sociale lasten) | 3,6% indexering |
Goederen en diensten | 1,5% indexering |
Inkomensoverdrachten (subsidies) | 1,5% indexering |
Sociale uitkeringen in natura | 1,0% indexering |
Bijdrage gemeenschappelijke regelingen, loongevoelig deel (2/3 deel van de bijdrage) | 1,9% indexering |
Bijdrage gemeenschappelijke regelingen, overige budgetten (1/3 deel van de bijdrage) | 1,5% indexering |
Belastingen en tarieven (met uitzondering van precariobelasting op kabels en leidingen) | 1,5% indexering |
Rekenrente | 2,5% indexering |
Algemene uitkering | Meicirculaire 2019 |
Ten opzichte van de voorjaarsrapportage is de indexatie voor de loonkosten naar boven bijgesteld van 1,9% naar 3,6%. Deze verhoging is gebaseerd op basis van het principeakkoord dat op 28 juni 2019 is bereikt over een nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren. De CAO heeft een looptijd van twee jaar, 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020.
Voor de ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen is rekening gehouden met de volgende prognose in de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds:
Tabel 269
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Inwoners per 1-1 | 155.200 | 157.500 | 160.100 | 163.000 |
Woningen per 1-1 | 64.600 | 66.100 | 67.700 | 69.400 |