Belastingvoorstellen 2021

Onroerendezaakbelastingen

De ontwikkeling van de tarieven in de periode van 2019 tot en met 2021 geeft het volgende beeld:

Tabel 89 

Jaar

Tarief woningen
(percentage) waarde

Tarief niet-woningen
(percentage) waarde

Eigenaar

Totaal

Eigenaar

Gebruiker

Totaal

2019

0,09521

0,09521

0,29379

0,25554

0,54933

2020

0,08477

0,08477

0,29246

0,25479

0,54725

2021

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Er zal een algehele hertaxatie plaatsvinden, zodat de aanslagen voor 2021 gebaseerd zijn op de waarde op de peildatum 1 januari 2020. Wij gaan voor 2021 uit van een stijgende lastendruk van 1,7% voor inwoners en ondernemers. Bij het vaststellen van de tarieven wordt rekening gehouden met de gemiddelde stijging of daling van de WOZ-waarden. Voor 2021 wordt de opbrengst geraamd op afgerond € 78.295.000.

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een heffing ter dekking van de lasten van de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de grootte van de container, de manier van inzamelen en de ontwikkeling van de kosten. Bij het bepalen van de tarieven is het uitgangspunt dat de netto-lasten voor 100% worden gedekt uit de afvalstoffenheffing. De lastenstijging van 5% wordt veroorzaakt door extra kosten als gevolg van de post-corona samenleving en autonome kostenstijgingen. Verder is rekening gehouden met de structurele gevolgen van het project VANG. De voor 2021 voorgestelde tarieven zijn gelijk aan de tarieven die ter indicatie waren opgenomen in het raadsvoorstel Aanpassing Aanpak van Afval- naar Grondstofinzameling (VANG) 2020 (2020.000853). De bedragen zijn zodanig afgerond dat ze deelbaar door twaalf zijn in verband met de maandelijkse verrekening met belastingplichtigen.

Tabel 90 

Tarief

2019

2020

2021

Standaardtarief

229,20

242,88

298,00

Rolemmer 80 liter restafval

229,20

242,88

282,00

Rolemmer 120 liter restafval (vervalt na uitrol VANG)

521,88

266,88

282,00

Rolemmer 140 liter restafval (na uitrol VANG)

n.v.t.

n.v.t.

382,00

Rolemmer 240 liter restafval (vervalt na uitrol VANG)

319,80

338,88

382,00

Hoogbouw, boven- en/of ondergronds inzamelen

229,20

242,88

298,00

Wijken met ondergrondse inzameling

268,56

284,64

342,00

Extra GFT

57,24

60,60

n.v.t.

Extra rolemmer 80 liter (vervalt na uitrol VANG)

229,68

242,88

282,00

Extra rolemmer 120 liter (vervalt na uitrol VANG)

251,80

266,88

282,00

Extra rolemmer 240 liter (vervalt na uitrol VANG)

319,80

338,88

382,00

Conform de Financiële verordening Haarlemmermeer 2016 wordt bij het bepalen van de te dekken lasten rekening gehouden met de compensabele BTW en de kwijtschelding. Tevens wordt rekening gehouden met de toe te rekenen lasten van overhead en rente over de boekwaarde van investeringen ten behoeve van het taakveld afval. De toe te rekenen rente is het omslagpercentage van 2,5%.

Tabel 91 

Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000; - = voordeel)

2021

Lasten taakveld inclusief rente

17.293

Baten taakveld, exclusief heffingen

-892

Netto lasten taakveld

16.401

Toe te rekenen lasten:

Overhead

317

Kwijtschelding

571

Compensabele BTW

3.189

Totaal te dekken lasten

20.478

Opbrengst Afvalstoffenheffing

-19.377

Saldo van baten en lasten

1.101

Ten laste van egalisatievoorziening

520

Saldo

581

Kostendekkendheid exclusief vrijval voorziening

95%

Kostendekkendheid inclusief vrijval voorziening

97%

Uit Tabel 91 blijkt dat in 2021 sprake is van een geraamde kostendekkendheid van 97%. Een bedrag van € 581.000 wordt niet gedekt uit de opbrengst van de afvalstoffenheffing. Dit betreft het deel van de incidentele kosten van de invoering van VANG wat niet gedekt kan worden uit de voorziening tariefsegalisatie afvalstoffenheffing omdat het saldo van deze voorziening ontoereikend is. Conform het raadsvoorstel Aanpassing VANG 2020 komt dit bedrag ten laste van de algemene middelen.

Rioolheffing

De aanleg, het onderhoud en de vervanging van het gemeentelijk rioolstelsel wordt betaald via de rioolheffing. Op 15 oktober 2015 (2015.0040910) is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Haarlemmermeer 2015-2019 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt inzicht gegeven in de grootte van de investeringsbijdragen die in de toekomst nodig zijn voor een goed werkend rioolstelsel. Uit het GRP van Haarlemmermeer blijkt dat de rioolheffing (inclusief structurele indexatie) met 2% zou moeten stijgen. Dit komt neer op € 2,64 per aansluiting. Het voorstel is dan ook de tarieven te verhogen met 2%.

Tabel 92 

Jaar

per aansluiting

per 10 m³
boven 250 m³

2019

€ 129,63

€ 5,01

2020

€ 132,22

€ 5,11

2021

€ 134,86

€ 5,20

De mate van kostendekkendheid van de riolering wordt in Tabel 93 weergegeven. Conform de Financiële verordening Haarlemmermeer 2016 wordt bij het bepalen van de te dekken lasten rekening gehouden met de compensabele BTW. Tevens wordt rekening gehouden met de toe te rekenen lasten van overhead en rente over de boekwaarde van investeringen ten behoeve van de riolering. De toe te rekenen rente is het omslagpercentage van 2,5%.

In het GRP is opgenomen dat de tarieven van de rioolheffing geleidelijk stijgen. Het tekort dat hierdoor ontstaat wordt opgevangen door een vrijval van de voorziening Tariefegalisatie onderhoud riolering.

Tabel 93 

Kostendekkendheid Rioolheffing (bedragen x € 1.000; - = voordeel)

2021

Lasten taakveld inclusief rente

8.497

Baten taakveld, exclusief heffingen

-30

Netto lasten taakveld

8.467

Toe te rekenen lasten:

Overhead

830

Compensabele BTW

1.306

Totale te dekken lasten

10.603

Opbrengst Rioolheffing

-10.099

Saldo van baten en lasten

504

Ten laste van voorziening tariefegalisatie Riolering

-503

Saldo programmabegroting

1

Kostendekkendheid exclusief vrijval voorziening

95%

Kostendekkendheid inclusief vrijval voorziening

100%

Toeristenbelasting

Voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente wordt via toeristenbelasting een directe belasting geheven. De toeristenbelasting is een bijdrage in de lasten van gemeentelijke voorzieningen door personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven.

Het tarief van deze belasting in 2021 bedraagt 6,05% van de overnachtvergoeding. Voorgesteld wordt dit percentage niet te verhogen. Voor 2021 wordt daarmee de opbrengst geraamd op € 12.781.000.

Hondenbelasting

Onder de naam hondenbelasting wordt door de gemeente een belasting geheven ter zake van het houden van honden. De hondenbelasting is een zuivere belasting die, net als de OZB, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit. De wettelijke basis is de gemeentewet en de verordening hondenbelasting. Voor 2021 wordt voorgesteld de tarieven te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,7%. Het tarief bedraagt per hond € 84,30. Het kenneltarief bedraagt € 337,84. Voor 2021 wordt daarmee de opbrengst geraamd op afgerond € 733.000.

Liggeld woonschepen

Het liggeld wordt geheven voor de woonboten in de ringvaart waar de gemeente de beschoeiingen verzorgt. Het liggeld mag maximaal kostendekkend zijn en met de tarieven van 2020 wordt de kostendekkenheid bereikt. Wij stellen dan ook voor om de tarieven voor het liggeld voor woonschepen niet te verhogen en voor 2021 als volgt vast te stellen:

Tabel 94 

Eerste 15 meter lengte

Elke volgende meter

€ 403,27

€ 56,56

Voor 2021 wordt de opbrengst geraamd op afgerond € 32.000.

Parkeerbelasting

Ingeval niet aan de aangifteverplichting is voldaan dan wel geen of onvoldoende parkeerbelasting is betaald, wordt de te weinig betaalde belasting door middel van een naheffingsaanslag alsnog in rekening gebracht. De lasten welke hieraan verbonden zijn worden gelijktijdig met de niet-betaalde parkeerbelasting (uurtarief) in rekening gebracht. De maximaal toegestane hoogte van het doorberekenen is vastgelegd in het 'Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen' en is voor 2021 vastgesteld op € 64,50. 

Precariobelasting

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond kan een precariobelasting worden geheven. Er wordt voorgesteld de tarieven te verhogen met 1,7% inflatiecorrectie met uitzondering van het tarief van kabels en leidingen (zie hieronder). Voor 2021 wordt de opbrengst geraamd op € 6.419.600, waarvan € 6.313.800 betrekking heeft op kabels en leidingen. Voorbeelden van de overige precariobelasting zijn de standplaatsen en de grond bij de ligplaatsen aan de Ringvaart.

Het kabinet heeft de precariobelasting op nutsbedrijven afgeschaft per 1 juli 2017. Voor gemeenten die op 10 februari 2016 een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016.

Graf- en begraafrechten

Tot 2015 zijn de tarieven met 7,1% (exclusief inflatiecorrectie) gestegen om de exploitatie van de begraafplaatsen kostendekkend te maken. In 2021 wordt voorgesteld de tarieven met inflatiecorrectie van 1,7% te verhogen.
Voor 2021 wordt daarmee de opbrengst begraven geraamd op afgerond € 763.000.

De mate van kostendekkendheid van begraven wordt in Tabel 95 weergegeven. In de lasten is de kostprijsverhogende BTW begrepen. Conform de Financiële verordening Haarlemmermeer 2016 wordt rekening gehouden met de toe te rekenen lasten van overhead en rente over de boekwaarde van investeringen ten behoeve van de begraafplaatsen. De toe te rekenen rente is het omslagpercentage van 2,5%.

Tabel 95 

Kostendekkendheid Begraven (bedragen x € 1.000; - = voordeel)

2021

Lasten taakveld inclusief rente en BTW

1.055

Baten taakveld, exclusief heffingen

0

Netto lasten taakveld

1.055

Toe te rekenen lasten:

Overhead

98

Totale te dekken lasten

1.153

Opbrengst Begraven

-763

Saldo van baten en lasten

390

Saldo programmabegroting

390

Kostendekkendheid

66%

Leges

De gemeente levert op aanvraag van individuele inwoners een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de lasten die hiervoor worden gemaakt in principe verhaald op de inwoner die de dienst afneemt. Om de kostendekkendheid te handhaven moeten de meeste legestarieven stijgen met (een gewogen gemiddelde van) het prijsindexcijfer voor lonen, materialen en diensten. Leidend is bij de leges het profijtbeginsel: de gebruiker betaalt.

Voor 2021 wordt voorgesteld de prijs van producten met vaste tarieven te verhogen met 1,7% inflatiecorrectie, dit met uitzondering van de tarieven die wettelijk vastgesteld worden. In Tabel 96 is met deze verhoging rekening gehouden. Het totaal aan te ontvangen leges mag wettelijk niet meer dan 100% zijn op begrotingsbasis.

In Tabel 96 staat de kostendekkenheid van de belangrijkste hoofdstukken per titel. Bij de berekening van de kostendekkendheid is, conform de Financiële verordening Haarlemmermeer 2016, bij het bepalen van de toe te rekenen lasten rekening gehouden met overhead, met de compensabele BTW en rente over de boekwaarde van investeringen ten behoeve van de producten waar leges voor geheven worden. De toe te rekenen rente is het omslagpercentage van 2,5%.

Tabel 96 

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Lasten taak-velden

Over-head

BCF

Totale lasten

Leges

Kosten-dekkend-heid

Titel 1: Algemene dienstverlening

Burgerlijke stand

156

141

297

113

38%

Reisdocumenten

1.156

1.074

2.230

741

33%

Rijbewijzen

656

514

1.170

717

61%

Verstrekkingen uit de Basisregistratiepersonen

231

179

410

236

58%

Overige publiekszaken

93

121

214

100

47%

Verkeer en vervoer

18

599

-

617

268

43%

In deze titel niet benoemde vergunningen, ontheffingen, beschikkingen of andere diensten

609

659

-

1.268

80

6%

Totaal titel 1

2.919

2.320

...

5.239

2.255

43%

Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning

7.384

2.123

348

9.855

10.317

105%

Totaal titel 2

7.384

2.123

348

9.855

10.317

105%

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Horeca

122

101

223

46

21%

Organiseren evenementen

163

134

297

69

23%

Kinderopvang

48

10

58

22

38%

Totaal titel 3

333

245

578

137

24%

Totaal alle titels

10.636

5.655

348

16.329

12.709

76%

Bedrijven Investeringszones (BIZ) heffingen

Een BIZ is een afgebakend gebied, waarin bedrijven een private organisatie oprichten (vereniging of stichting) om de leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit gezamenlijk te verbeteren. Het is een instrument voor en door ondernemers en is toepasbaar op bedrijventerreinen en winkel- en horecagebieden.

Er zijn vijf Bedrijven Investeringszones voor een periode van vier jaar vastgesteld te weten: Spoorzicht, Hoofddorp Centrum, De Hoek, Cruquius en Graan voor Visch Zuid. De opbrengst voor 2021 is afgerond voor BIZ Spoorzicht € 134.000, voor Hoofddorp Centrum € 400.000, voor De Hoek € 239.000, voor Cruquius € 36.900 en voor Graan voor Visch Zuid € 82.000.

Kwijtschelding

Inwoners met een laag inkomen kunnen ook in 2021 weer in aanmerking komen voor kwijtschelding van het betalen van gemeentelijke heffingen. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de 1e hond) en het liggeld voor woonschepen. Of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt getoetst aan de betalingscapaciteit en de hoogte van het vermogen van een belastingschuldige. Hier zijn wettelijke normeringen voor. Minimaal 80% van de betalingscapaciteit moet worden aangewend ter voldoening van belastingschulden. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingschuldige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. De gemeente Haarlemmermeer kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid een 100%-norm. Dit is het wettelijk maximaal toegestane percentage.
Voor 2021 is een bedrag aan kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing geraamd van € 571.000 en van € 14.000 voor de hondenbelasting. 

Verordeningen 2021

Gelet op de voorliggende tariefvoorstellen en onder het aanbrengen van enkele redactionele wijzigingen, stellen wij voor om voor 2021 nieuwe (wijzigings-) verordeningen vast te stellen.