Voornaamste risico's

Complex omleggen A9 Badhoevedorp (R7)

Overzicht Algemene dekkingsmiddelen (G5, K5, I)
In 2005 hebben het Rijk, provincie Noord-Holland, stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam, Schiphol Group en gemeente Haarlemmermeer de Bestuursovereenkomst Omlegging A9 te Badhoevedorp getekend. Met de uitvoering van deze overeenkomst wordt de A9 door het Rijk omgelegd ten zuiden van Badhoevedorp en wordt het vrijkomende oude tracé van de A9 door de gemeente en verbonden partijen herontwikkeld.

De laatste afdracht is in 2020 betaald aan RWS, dat betekent dat de volledige afdracht aan RWS is voldaan inclusief de verrekening van het restitutievoordeel. Deze afdrachten worden onder meer gedekt met bijdragen uit de gebiedsontwikkelingen Badhoevedorp-Centrum en Badhoevedorp-Zuid. Naast de afdracht zelf zijn er ook nog begeleidingskosten, vergoedingen voor de waarde van te verwijderen opstallen en een Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)-bijdrage. Aangezien een deel van de dekking gevormd wordt door nog te realiseren gebiedsontwikkelingen, die deels nog juridisch-planologisch moeten worden bepaald en/of vastgesteld, bestaat het risico dat deze niet volledig of pas veel later gerealiseerd kunnen worden. Dit zorgt voor een risico in de dekking van onze bijdrage aan de omlegging.

Beheersmaatregel: verminderen
De Omlegging A9 is geen actieve grondexploitatie, maar hiervoor is wel een gedetailleerde kansen en risicoanalyse opgesteld met als doel verminderen van de opgave of vergroten van de dekking. Een onderdeel van de dekking is Badhoevedorp Centrum en dit is een actieve grondexploitatie. Onderdeel van deze exploitatie is een register van risico's en kansen. Daarin zijn voor alle onderliggende risico’s en kansen waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven, met als doel het zeker stellen van de dekking. Richting Rijkswaterstaat en de bestuurspartners blijven wij inzetten op het verder verlagen van het risico en/of vergroten van de dekking.

Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)

Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Om de kans van optreden op deze risico’s te verlagen voeren wij de nodige beheersmaatregelen uit. Voor alle grondexploitaties geldt dat zowel de strategie als het uitgiftetempo aangepast zijn aan de economische omstandigheden. Ook zijn op de standlijn van 1 januari 2020 alle grondexploitaties en bijbehorende risicobeoordelingen geactualiseerd. Het risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties per 1 januari 2020.

Beheersmaatregel: verminderen
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.

Strategische gronden GEM A4 Zone West en De President (R41)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K1, I)

In de grondexploitatie van de GEM A4 Zone West C.V. wordt rekening gehouden met de inbreng van de waarde van de gronden, welke Gemeente Haarlemmermeer op haar balans heeft staan. Voor de gronden van President 2.0 is er een algemene afspraak om deze gronden op gelijke wijze als President 1.2 te ontwikkelen. Vanwege regionale afspraken kunnen deze laatst genoemde gronden pas na 2030 worden ontwikkeld.

Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor de gronden ten behoeve van de A4 Zone West zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze en snelheid van inbreng van alle gronden. Deze afspraken hebben ertoe geleid, in combinatie met gesloten overeenkomsten (koop-, reserverings- en intentie overeenkomsten) en de afzetprognose, dat naar verwachting alle gronden voor 2030 zijn ingebracht.

Grootschalige investeringsprojecten (R90)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)

Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.

Beheersmaatregel: divers, afhankelijk van het investeringsproject
In 2016 is het Meerjarenperspectief Investeringen (MPI) ingevoerd. Hierin zijn alle investeringsprojecten opgenomen. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen. Het MPI is verankerd in de financiële verordening, waarin ook de regels omtrent investeringen zijn vernieuwd. Hiermee wordt de kwaliteit van de control verder aangescherpt. De beheersing van risico's zal daardoor ook verder verbeteren en de kans op afwijkingen naar alle waarschijnlijkheid verminderen.

Gemeentelijke kosten A4 Zone West (R201)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)

Momenteel staat circa € 1,5 miljoen aan gemeentelijke kosten op de balans die zijn gemaakt in relatie tot de A4 Zone West (inmiddels STP: Schiphol Trade Park). Hiervan is de bedoeling dat we deze vergoed krijgen uit het te behalen resultaat op de grondexploitatie van STP (uitgevoerd door de GEM A4 Zone West). Momenteel is het verwachte resultaat positief. Gezien het resultaat is het onzeker of het volledig verhalen van deze kosten daadwerkelijk mogelijk zal zijn.

Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Wij treden regelmatig in overleg met de GEM A4 Zone West en denken mee over mogelijkheden om het resultaat van STP te verbeteren. De gemeente gaat de grondverkopen in de A4 Zone West nauwgezet volgen. Indien deze de komende tijd van een voldoende niveau zijn, is er geen reden tot verdere maatregelen. Vallen de verkopen tegen, dan geeft dit aanleiding de huidige omvang van de kosten eventueel te herzien.

Inroepen garantie Stallingsbedrijf Glastuinbouw (R237)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K4, I)

In het jaar 2005/2006 heeft de gemeente afspraken gemaakt met het Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland (SGN) in verband met de voorbereiding van de ontwikkeling van de glastuinbouw in Rijsenhout. In 2013 is besloten tot het afgeven van een garantie voor een kredietfaciliteit, in de vorm van een borgtocht jegens de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), die SGN is aangegaan met BNG Bank. De kredietfaciliteit was in eerste instantie € 20 miljoen en is de afgelopen jaren stapsgewijs verlaagd naar € 15 miljoen, € 13,5 miljoen en nu € 10 miljoen.

De kredietfaciliteit tussen BNG en SGN wordt verlengd tot 31-12-2020 en bedraagt vanaf heden maximaal € 10 miljoen. Onze borgstelling aan BNG voor de verplichtingen van SGN jegens BNG loopt ook tot 31-12-2020 en bedraagt € 12,5 miljoen. Door de verlaging van de kredietfaciliteit kan de gemeente uit hoofde van de borgtocht nu tot maximaal € 10 miljoen worden aangesproken door de BNG Bank. Voor de borgtocht heeft de gemeente zekerheden gekregen van SGN in de vorm van (hypothecaire rechten op) gronden en pandrecht op vorderingen. De gronden zijn door ons in 2019 getaxeerd, waarbij de marktwaarde van de resterende gronden lager is dan de resterende garantstelling. Hierdoor is het de verwachting dat de gronden onvoldoende opbrengen om de faciliteit bij BNG Bank volledig af te lossen, hetgeen tot een gevolg heeft dat de gemeente naar alle waarschijnlijkheid zal worden aangesproken op haar borgtochtverplichtingen voor het restant. Bij toekomstige P&C-producten wordt over de actuele stand van zaken gerapporteerd.

Beheersmaatregel: verminderen
Er worden periodiek overleggen met de directie van SGN gevoerd. Tussentijds ontvangen wij cijfers over de actuele stand van zaken

Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)
R
uimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat de gemeente zich niet of onvoldoende zou hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen is de gemeente Haarlemmermeer in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaat procedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop heeft de gemeente uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die medio 2019 is uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van andere partijen. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. De claim is niet van de baan. We hebben goede hoop dat dit aan een oplossing van het geschil kan bijdragen, maar op dit moment is er nog geen reden voor wijziging van het risico.

Beheersmaatregel: verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.

Zorg en -veiligheidsketen (R264)
Zorg en werk (G3, K4, S)

De Zorg en -Veiligheidsketen is behoorlijk in beweging. We verwachten bijvoorbeeld een stijging van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Maar ook de doorontwikkeling van de crisisdienst-functie en het MDCK/MDA++ brengen zeer waarschijnlijk extra kosten met zich mee. Het landelijk programma 'Geweld Hoort Nergens Thuis' richt zich op preventie en optreden bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke Veiligheidsregio dient hiervoor een regiovisie op te stellen waarin de relevante speerpunten worden benoemd. De uitvoering van deze speerpunten vraagt om extra inzet door de gemeente en partijen waarvan de gemeente opdrachtgever is. Al met al is ook een sterke afschaling naar het lokale veld voorzien waardoor meer capaciteit nodig zal zijn. Tot slot, met onderbrenging van Veilig Thuis onder de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) wordt de governance structuur van de VRK op het snijvlak van zorg en veiligheid tegen het licht gehouden. We verwachten dat hiervoor (incidenteel) extra capaciteit nodig zal zijn.

Beheersmaatregel: verminderen
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.

Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties. (R265)
Grondbeleid (G5, K2, S)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.

Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.

Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties van 1% (R266)
Grondbeleid (G4, K2, I)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties met 1% stijgen door een oververhitte markt (of door eventuele stikstofmaatregelen).

Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen).

Geen opbrengstenstijging in de grondexploitaties. (R267)
Grondbeleid (G5, K2, I)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat er geen opbrengstenstijging meer plaatsvindt.

Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.

Financiële impact coronamaatregelen
Diverse programma's (G, K, I/S)

De coronacrisis raakt iedereen: onze inwoners, ondernemrs, instellingen en gemeentelijke organisatie. In de aanpak van deze crisis beogen we twee doelen te bewerkstelligen. Allereerst dat we onze gemeentelijke dienstverlening zo goed als mogelijk continueren. Daarnaast willen we de negatieve effecten van de coronacrisis zo veel als mogelijk beperken door het uitvoeren van diverse maatregelen. De maatregelen worden bepaald door in gesprek te blijven met onze inwoners, ondernemers en instellingen op basis van de vragen die zij stellen en de behoeften die zij uiten.

Dat de coronacrisis effect heeft op onze gemeentelijke begroting, is zeker. Bij de inrichting en uitvoering van diverse maatregelen, borgen we nu primair de rechtmatigheid van inkomsten en uitgaven. We beschikken over robuuste gemeentefinanciën en een forse algemene reserve, een uitkomst van een duurzaam financieel beleid dat nu essentieel blijkt te zijn.

Deze crisis leert ons dat er forse onzekerheden bestaan die grote invloed kunnen hebben op onze financiële verwachtingen. We zijn daarom gestart met het formuleren van scenario’s en prognoses om meer een idee te verkrijgen van de denkbare lange termijn effecten van de coronacrisis. Wat we al wel met zekerheid kunnen voorzien is dat gemeentelijke inkomsten dalen, bijvoorbeeld toeristenbelasting en parkeerbelasting. Hierop is in de Voorjaarsrapportage 2020 geanticipeerd, overige incidentele effecten zullen in de najaarsrapportage worden meegenomen. In de brief compensatiepakket Coronacrisis (X.2020.02568) is de raad geïnformeerd over de incidentele compensatie voor de periode van medio maart tot 1 juni 2020. Deze compensatie wordt verwerkt in de Najaarsrapportage 2020. Er zijn nog gesprekken gaande over compensatie voor onder andere de veiligheidsregio’s en de GGD-en, afvalinzameling en de buurthuizen. En voor de periode na 1 juni blijven Rijk en gemeenten samen optrekken bij de invulling van de nodige maatregelen en om de sociaal-economische crisis het hoofd te bieden. Samen wordt bekeken welke reële compensatie nodig is op basis van de hogere uitgaven en gederfde inkomsten.

Daarnaast zal het tMPG zullen aan de hand van een impactanalyse meer zicht worden geboden op de mogelijk invloed van de pandemie op de grex’en. Alle andere effecten met een financiële component zijn op dit moment nog niet bekend. Bij dit risico is dan ook nog geen kans- en gevolgklasse gedefinieerd, waardoor deze nog niet is meegenomen in de berekening van de ratio weerstandsvermogen. Bij de Voorjaarsrapportage 2021 zal over de structurele financiële effecten worden gerapporteerd.