Ontwikkeling indicatoren

Deze drie indicatoren laten de volgende ontwikkeling zien ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2021:

Netto schuldquote

P&C-Product

realisatie 2020

raming 2021

raming 2022

raming 2023

raming 2024

raming 2025

Programmabegroting 2022 - 2025

88,5%

111,4%

110,6%

126,1%

130,8%

130,9%

Voorjaarsrapportage 2021 (juni 2021)

88,5%

108%

112%

121%

125%

116%

Lasten schuldpositie

P&C-Product

realisatie 2020

raming 2021

raming 2022

raming 2023

raming 2024

raming 2025

Programmabegroting 2022 - 2025

9,0%

10,0%

9,5%

10%

10,3%

11,0%

Voorjaarsrapportage 2021 (juni 2021)

9,0%

10,0%

10,3%

10,9%

11,0%

11,4%

Onzekere inkomsten

P&C-Product

Programmabegroting 2022 - 2025

16,6%

Voorjaarsrapportage 2021 (juni 2021)

21,0%

Toelichting

Bij de berekening van de indicatoren is er van uitgegaan dat van het investeringsplan 75% van de voor een jaar geraamde investeringsbedragen gerealiseerd worden. Hierdoor is in de eerste jaren van het meerjarenbeeld minder behoefte aan financieringsmiddelen (leningen). In de berekening van de benodigde financieringsmiddelen zijn ook de investeringen van het Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP) meegenomen. Er wordt nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting naar de onderwijsinstellingen. Als tot doordecentralisatie besloten wordt, dan hoeft de gemeente minder financieringsmiddelen aan te trekken en zullen de ratio's Netto schuldquote en Lasten schuldpositie zich positief ontwikkelen.

Naast het investeringsplan, waarin nu ook de nieuwbouw van het gemeentehuis in is opgenomen, is bij de berekening van de financieringsbehoefte ook rekening gehouden met de cijfers van het MPG per 1 januari 2021.

Voor de ratio's Netto schuldquote en Lasten schuldpositie is het totaal van de geraamde baten, exclusief reservemutaties, in een begrotingsjaar van belang. Uit het overzicht baten en lasten blijkt dat dit totaal fluctueert. Dit wordt vooral veroorzaakt door de geraamde inkomsten uit de bouwgrondexploitaties. Door dit noemereffect stijgen de ratio's netto schuldquote en lasten schuldpositie in het meerjarenbeeld. Omdat in het meerjarenbeeld geen rekening wordt gehouden met indexatie als gevolg van inflatie, zal het totaal van de baten vanaf 2022 stijgen als gevolg van autonome ontwikkelingen. Dit werkt positief door in de ratio's.

De ratio onzekere inkomsten is vooral afhankelijk van de kasstroom vanuit de bouwgrondexploitaties en is gebaseerd op de cijfers van het MPG. De verwachting is dat in de periode 2021-2025 een positieve kasstroom van € 109 miljoen wordt gerealiseerd. In de prognoses van de ontwikkeling van de vaste schuld wordt er rekening mee gehouden dat dit bedrag niet gefinancierd hoeft te worden.

Conclusie

De schuldpositie van de gemeente Haarlemmermeer blijft hoog ten opzichte van andere gemeenten. Omdat Haarlemmermeer een groeigemeente is, zal dit nog lang het geval zijn. Het blijft noodzakelijk grote investeringen te doen. Enerzijds voor het in stand houden van voorzieningen, anderzijds voor nieuwe voorzieningen, onder andere infrastructuur en groen ten behoeve van de woningbouw. Om deze investeringen, die 20 tot 40 jaar meegaan, te kunnen doen is het noodzakelijk langlopende geldleningen aan te trekken. Hierbij is steeds wel het uitgangspunt dat alleen de noodzakelijke investeringen gedaan worden. Het is aan de raad om te bepalen welke investeringen dit betreft.

De prognoses van de indicatoren laten een groene, een oranje en een rode waarde zien. Dit geeft aan dat er geen aanleiding is om direct actie te ondernemen. Wel blijft waakzaamheid geboden. De prognose voor indicator lasten schuldpositie blijft de hele meerjarenperiode groen. Hieruit blijkt dat de schuld betaalbaar blijft, ook al is de verwachting dat de netto schuldquote op rood gaat springen. De ratio onzekere inkomsten zal naar verwachting rood blijven in de meerjarenperiode. Zoals ook bevestigd door de accountant in het rapport van bevindingen bij de Jaarstukken 2020, zijn de inschattingen van het MPG voorzichtig positief. Door deze voorzichtige inschattingen is de kans groot dat de geraamde inkomsten gerealiseerd worden en daarmee het risico van deze indicator niet zwaarwegend.

De netto schuldquote is de resultante van het totaal van de schulden gedeeld door de baten. Als de baten stijgen, daalt de schuldquote bij een gelijkblijvende schuld. De baten stijgen autonoom als gevolg van inflatie, waarmee in het meerjarenbeeld geen rekening is gehouden.

Met de huidige lage rente en de uitstekende weerstandsvermogen ratio wordt het risico van de schuldpositie op dit moment als laag ingeschat. Op deze indicatoren vindt een actieve monitoring plaats en bij financiële besluiten van € 25 miljoen en hoger wordt het effect op de schuldpositie meegenomen in de afweging.