Voornaamste risico's
Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of niet geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Het maximum risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties, het minimumbedrag is het gewogen risicobedrag. De getallen zijn op basis van het MPG 2023, stand 1 januari 2023. Als gevolg van toenemende onzekerheden in de ontwikkeling van de grondprijzen, de stijging van de bouwkosten en daarmee de parameters, het tempo waarin de grondverkopen plaatsvinden als gevolg van onder andere stroomproblematiek en onduidelijkheden bij procedures is het financiële gevolg bij de verliesgevende grondexploitaties toegenomen.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen).
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.
Strategische gronden GEM A4 Zone West en De President (R41)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)
In de grondexploitatie van de GEM A4 Zone West C.V. (STP) wordt rekening gehouden met de inbreng van de waarde van de gronden, welke de Gemeente Haarlemmermeer op haar balans heeft staan. Voor de gronden van De President 2.0 (grondbank Hillegondshoeve) is er een algemene afspraak om deze gronden op gelijke wijze als President 1.2 te ontwikkelen. Vanwege regionale afspraken kunnen deze laatst genoemde gronden in principe pas na 2030 worden ontwikkeld. Vanwege aanhoudende vraag wordt gekeken of President 2.0 versneld tot ontwikkeling kan worden gebracht.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor de gronden ten behoeve van A4 Zone West zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze en snelheid van inbreng van de (resterende) gronden. Door deze afspraken, in combinatie met gesloten overeenkomsten (koop-, reserverings- en intentie overeenkomsten) en de afzetprognose, zullen naar verwachting alle gronden voor 2030 zijn ingebracht. In totaal is qua waarde ongeveer 71% van de gronden geleverd aan GEM A4 Zone West C.V. Er volgt nog ongeveer 16% of in 2024. De laatste 12% volgt bij betaling van de resterende € 7 miljoen.
Grootschalige investeringsprojecten (R90)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)
Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.
Beheersmaatregel: Divers, afhankelijk van het investeringsproject
Om het inzicht en de stuurbaarheid van deze projecten te vergroten kennen wij het Meerjarenperspectief Investeringen (MPI). Deze wordt twee keer per jaar aan de raad aangeboden. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden daarin nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen.
Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat wij ons niet of onvoldoende zou hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen is de gemeente Haarlemmermeer in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaat procedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop hebben wij uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die Naris medio 2019 met de gemeente heeft uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van een andere partij. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is nog niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. Wel zijn er constructieve gesprekken gaande tussen ons en de nieuwe aandeelhouders van TeleVerde. Mede hierdoor zijn het hoger beroep en de schadestaatprocedure “on hold” gezet in de hoop dat er tot een oplossing gekomen kan worden. De claim is vooralsnog niet van de baan. We hebben wel goede hoop dat dit aan een oplossing van het geschil kan bijdragen, maar op dit moment is er nog geen reden voor wijziging van het risico.
Beheersmaatregel: Verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.
Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties (R265)
Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.
Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties (R266)
Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties stijgen door een oververhitte markt door onder andere geopolitieke spanningen. Het risico van kostenstijging is grotendeels opgetreden en het effect op de netto contante waarde (NCW) zit verwerkt in de cijfers van het MPG 2023. Voor de komende jaren is tot en met 2025 in verband met de onzekerheid een (hogere) gedifferentieerde kostenstijging opgenomen in de grondexploitaties en vanaf 2026 wordt weer het langjarig gemiddelde gehanteerd. Dit geeft aanleiding om voor dit risico terug te gaan naar 1% hogere kostenstijging ten opzichte van de gehanteerde parameter in de grondexploitatie.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen). We hanteren tot en met 2025 gedifferentieerde parameters als gevolg van onzekerheid alvorens vanaf 2026 het langdurig gemiddelde aan te houden.
Geen opbrengstenstijging in de grondexploitaties (R267)
Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de geraamde opbrengsten 1% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.
Datalekken (R287)
Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Ondanks toegenomen aandacht voor beveiliging, privacy en datamanagement, bestaat het risico dat er datalekken optreden. Dit kan leiden tot boetes, schadevergoedingen en imagoschade. Vanwege de kans op boetes of schadevergoedingen is er sprake van een financiële risicogevolgcategorie. Doordat de overheid door een datalek negatief in het nieuws kan komen, kan weerstand in de samenleving ontstaan tegen overheidshandelen. Doordat misbruik van de persoonsgegevens soms kan leiden tot identiteitsfraude of chantage, ontstaat een gevolg voor de veiligheid. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van een project omdat er onvoldoende privacy-beschermende maatregelen zijn genomen.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Bewustwoordingstrainingen voor alle medewerkers.
Werkprocessen kunnen worden verbeterd aan de hand van een Data Protection Impact Assessment (DPIA).
ICT-systemen kunnen uitvallen (R289)
Overzicht Overhead (G4, K1, I)
Hoewel vrijwel alle ICT-systemen dubbel zijn uitgevoerd, kunnen er systemen uitvallen. Hierdoor kunnen diensten aan inwoners en ondernemers tot stilstand komen. Dit leidt in ieder geval tot productieverlies, maar kan ook leiden tot andere nadelige gevolgen. De kans op groot dataverlies is klein.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Netwerkcomponenten, lijnverbindingen en ons datacenter zijn in meervoud aanwezig, zodat uitval van een component kan worden opgevangen door een tweede exemplaar. Het uitwijkdatacenter is buiten het grondgebeid van de gemeente Haarlemmermeer geplaatst.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Omdat wijzigingen een belangrijke oorzaak zijn van uitval, is het belangrijk om het wijzigingenproces goed vast te leggen en hierop te sturen. We hanteren een 'change process' met een change manager. Wekelijks worden alle gewenste wijzigingen besproken in een change advisory board (CAB) waarin de juiste deskundigheden zijn vertegenwoordigd.
Gemeentefonds (R291)
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G5, K3, S)
De grootste inkomstenbron voor onze gemeente betreft de uitkering gemeentefonds (50% van de totale inkomsten van Haarlemmermeer). Het gemeentefonds wordt gevoed door het Rijk. Zowel de voeding van het fonds, als de verdeling ervan, is afhankelijk van een complex geheel van factoren. Als gevolg van externe ontwikkelingen bij de voeding en verdeling van het gemeentefonds bestaat de kans dat ons aandeel vanuit het gemeentefonds positief of negatief afwijkt van de verwachting, waardoor een niet direct te beïnvloeden voor- of nadeel in de begroting ontstaat.
Bij de septembercirculaire 2022 (2022.0002040) is in overeenstemming tussen het Rijk en de VNG besloten de volumecomponent van het accres voor de jaren 2022-2025 te bevriezen. Daarmee vormt dit geen risico meer. Vanaf 2026 vervalt de koppeling (trap-op-trap-af) met de rijksuitgaven. Het accres is vastgezet op een plus van € 1 miljard ten opzichte van de stand in de Miljoenennota 2022. Zelfs na de structurele toevoeging van € 1 miljard bij de meicirculaire 2023, resteert er vanaf 2026 nog een terugval in de middelen van € 3 miljard ten opzichte van 2025. Omdat de uitkomsten van de circulaires de grondslag vormen voor de ramingen in de begroting, zijn de inkomsten vanuit het gemeentefonds in de begroting vanaf 2026 lager. Het vormt daarmee niet een direct risico met betrekking tot het gemeentefonds, de maatregelen en maatschappelijke consequenties die nodig zijn tot een sluitende begroting te komen wel. Bij het gemeentefonds bestaat nog wel een risico met betrekking tot de indexatie. Voor de val van het Kabinet Rutte IV is besloten dat het gemeentefonds vanaf 2027 geïndexeerd wordt op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Omdat deze nog niet vertaald was in de circulaire, is na de val van het kabinet Rutte IV nog onduidelijk hoe dit in de toekomst vorm krijgt. Op basis van ervaring uit het verleden bij afwijkingen in het gemeentefonds gaan wij uit van maximaal 1%, dit heeft een structureel effect van € 2,7 miljoen op onze begroting.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Actief volgen van publicaties (onder andere circulaires) van het ministerie van BZK en verwerken van de uitkomsten in de P&C cyclus.
Ongewenste toegang gemeentelijke systemen (R293)
Overzicht Overhead (G4, K2, I)
Ondanks de genomen maatregelen, kan nooit worden uitgesloten dat een hacker toegang krijgt tot de gemeentelijke systemen. In het ergste geval worden gegevens ontoegankelijk gemaakt, al dan niet permanent. Vaak heeft de hacker financiële motieven en vraagt losgeld om de systemen weer vrij te geven.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We zorgen voor het bijhouden van de kennis en kunde, het aanbrengen van de laatste updates en het monitoren van kwetsbaarheden. Doordat hackers wereldwijd actief kunnen zijn, kunnen ze beschikken over ruime middelen en gespecialiseerde hackers. Het is daarom belangrijk om continu alert te zijn, de hackers een stap voor te blijven en het zo lastig mogelijk maken.
Invoering omgevingswet (R297)
Veiligheid (G5, K3, S)
De Omgevingswet treedt, na meerdere keren uitstel, definitief in werking op 1 januari 2024. Het Rijk heeft in het coalitieakkoord 2021-2025 meerjarig incidentele financiële middelen toegezegd via het gemeentefonds voor de kosten voor de invoering van de Omgevingswet en de daarbij behorende transitiekosten. In de meicirculaire 2022 is de eerste tranche van die middelen verdeeld (€ 1,1 miljoen voor Haarlemmermeer) en bij de volgende tranche bij de meicirculaire 2023 zou er meer budget komen. In de rijksvoorjaarsnota 2023 noch in de meicirculaire 2023 zijn middelen voor de invoeringskosten Omgevingswet opgenomen. Er is dus nog geen helderheid over de bekostiging van de Omgevingswet na 1 januari 2024. Ook zijn de extra kosten voor de bodemtaken die na invoering van de Omgevingswet bij gemeenten worden belegd, nog niet gedekt vanuit het Rijk. De VNG roept daarom het Rijk op om alsnog te bevestigen dat de toegezegde middelen beschikbaar worden gesteld.
Het blijft lastig om de financiële impact voor de gemeente Haarlemmermeer te kwantificeren. De impact verschilt per gemeente en hangt van veel factoren af. De VNG geeft voor gemeenten met 100.000+ inwoners indicatief het volgende aan: de invoeringskosten voor grote gemeenten liggen tussen de € 5,6 miljoen en € 8,9 miljoen. Het merendeel van deze kosten betreft het maken van het omgevingsplan (in Haarlemmermeer naar verwachting drie jaar à € 1,45 miljoen, waarvoor de gemeenteraad eerder voor drie jaar budget heeft toegekend). Tevens is in 2017 bij de voorjaarsrapportage een budget van € 1,44 miljoen toegekend voor het opzetten van het programmateam Omgevingswet (€ 0,77 miljoen in 2018 en € 0,67 miljoen in 2019). Dat maakt dat de per saldo te maken invoeringskosten in Haarlemmermeer naar schatting tussen de € 0 miljoen en € 3,1 miljoen zijn. De structurele effecten hangen sterk af van de beleids- en inrichtingskeuzes die de gemeenteraad en het college nog zullen maken.
Er zijn drie scenario’s mogelijk, bij elk scenario geeft de VNG bandbreedtes aan:
1. basisscenario: het scenario waarin alleen rekening gehouden wordt met de verandering van de rijksregels, dus zónder gebruikmaking van de decentrale beleidsruimte. Het effect ligt dan tussen de -/- € 35.000 tot +/+ € 160.000;
2a. het scenario waarin alle decentrale ruimte financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft aan wat een gemeente financieel zou kunnen bereiken, de bovengrens van het effect. Het effect ligt in dit scenario tussen de -/- € 55.000 tot +/+ € 1,0 miljoen;
2b. het scenario waarin alle decentrale ruimte juist niet financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft eigenlijk de ondergrens van het effect aan. Het effect is in dat geval -/- € 200.000 tot +/+ € 150.000.
Samenvattend: de nog te maken invoeringskosten voor Haarlemmermeer worden geraamd tussen de € 0 en € 3,1 miljoen. De structurele effecten liggen tussen de -/- € 200.000 en +/+ € 1,0 miljoen. De VNG benadrukt dat dit indicaties zijn, die met voorzichtigheid moeten worden behandeld.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij de transitiekosten kan besloten worden de transitietijd langer of korter te maken en er kan gekozen worden de implementatie in hoog of laag tempo te doen. Hoe korter de transitietijd en hoe hoger het implementatietempo, hoe minder kosten. Verder volgen wij de landelijke financiële ontwikkelingen ten aanzien van de Omgevingswet op de voet.
Implementatie nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving (R305)
Overzicht Overhead (G, K, S)
De gemeente dient wet- en regelgeving na te leven. Wetswijzigingen behoren daarom tijdig geïmplementeerd te worden (met vertaling naar dienstverlening en werkprocessen en eigen gemeentelijke verordeningen en formats) zodat de dienstverlening aan inwoners en ondernemers dienovereenkomstig kan plaats vinden. De invoering van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt in de basis tot de volgende risico’s voor de gemeente Haarlemmermeer:
Compliance: Een niet tijdige implementatie van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt tot een verhoogd risico dat de uitgevoerde dienstverlening niet in overeenstemming is met vigerende wet en regelgeving. Dit risico kan leiden tot negatieve consequenties voor de gemeente inzake de financiële rechtmatigheid. Daarnaast is sprake van een hogere kans op claims van benadeelde partijen ingevolge het niet naleven van de geldende wet- en regelgeving (reputatieschade).
Financieel: Er is sprake van een mogelijke financieel risico, doordat geen of onvoldoende middelen binnen de organisatie beschikbaar zijn om te voldoen aan de nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving. Tevens bestaat de mogelijkheid dat opleiding voor bestaande medewerkers noodzakelijk is om voldoende kennis te vergaren over de veranderde wet- en regelgeving. Onvoldoende middelen en/of opleidingen leggen een financieel beslag op de huidige organisatie.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Binnen de organisatie is sprake van eigenaarschap voor iedere wet. Dit eigendom dient ervoor zorg te dragen dat de gevolgen voor de organisatie ingevolge nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving tijdig worden geïdentificeerd. Initiëren van vervolgactiviteiten naar aanleiding van de identificatie van de gevolgen zijn tevens onderdeel van het eigenaarschap.
Extra opbrengst toeristenbelasting (uitbreiding hotelcapaciteit) (R306)
Overzicht algemene dekkingsmiddelen (G4, K3, S)
Als gevolg van de onzekerheid over de uitbreiding van de hotelcapaciteit bestaat de kans dat de geraamde meeropbrengst van de toeristenbelasting niet gerealiseerd wordt waardoor er een nadeel ontstaat. De meeropbrengst is onzeker, omdat de omzet van de hotels door de coronacrisis nog zwaar onder druk staat (lagere bezetting) en het nog de vraag is of met name de zakelijke reiziger weer in dezelfde mate terug komt na de coronacrisis. Het grootste deel van de hotels in Haarlemmermeer is gericht op de zakelijke markt.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Monitoren van de ontwikkelingen hotelcapaciteit en omzet bij de volgende P&C documenten.
Sociaal domein - Participatiewet en wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening kunnen duurder uitvallen (R321)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Participatiewet is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet bekend hoeveel vraag er is en welke inkomensvoorzieningen onze inwoners nodig hebben.
Door de daling van de koopdracht is het aannemelijk dat meer inwoners een beroep doen op minimaregelingen (bijzondere bijstand). Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Sociaal domein - Jeugdwet kan duurder uitvallen (R322)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Jeugdwet is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is immers niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke zorg onze jeugdigen nodig hebben. Daarnaast is nog niet in te schatten wat het effect van het opheffen van de coronamaatregelen op de vraag naar zorg betekent. Het Rijksbeleid op Jeugdzorg en de nog niet vastgestelde Hervormingsagenda Jeugd brengen ook nog onzekerheden met zich mee. Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor Jeugd en Wmo voor de jaren 2024 tot en met 2027 van jaarlijks 2%. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei. Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Sociaal domein - Wet maatschappelijke ondersteuning kan duurder uitvallen (R323)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke maatschappelijke ondersteuning onze inwoners nodig hebben. Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor Jeugd en Wmo voor de jaren 2024 tot en met 2027 van jaarijks 2%. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei. Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Arrest Didam (R329)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen, waarin regels worden geformuleerd waar de gemeente zich aan heeft te houden als zij onroerend goed verkoopt (of verhuurt, uitgeeft in erfpacht of in een recht van opstal). De regels vloeien voort uit het oordeel dat de gemeente daarbij het gelijkheidsbeginsel in acht moet nemen, wat in deze context betekent dat de gemeente transparant moet handelen en in beginsel mededingingsruimte moet bieden. Dat laatste betekent dat alle geïnteresseerde en volgens objectieve, redelijke en toetsbare criteria geschikte partijen een gelijke kans hebben om voor aankoop van onroerende zaak in aanmerking te komen. Er hoeft geen mededingingsruimte te worden geboden indien bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop. In dat geval dient het voornemen tot verkoop tijdig voorafgaand aan de verkoop bekend te worden gemaakt. In de bekendmaking dient te worden gemotiveerd waarom slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Bij een aantal afgeronde en lopende projecten (vastgoed en grondzaken) is het de vraag of en hoe de gemaakte afspraken passen binnen de door de Hoge Raad gestelde regels. Hier bestaat bijvoorbeeld het risico dat de gemeente haar contractuele verplichtingen mogelijk niet kan nakomen met als gevolgen vertraging en extra plankosten in verband met begeleiding en juridische ondersteuning. De basisinventarisatie van deze contracten is gereed. Een externe toets en kwantificering hiervan wordt uitgevoerd. Tot die kwantificering is afgerond, wordt in dit verband volstaan met een risicoduiding over het totaal van de grondwaarden in de projecten.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Bij het opstellen van de programmabegroting was nader onderzoek naar dit risico nog bezig. Hierbij worden lopende besprekingen getoetst op naleving van de door de Hoge Raad gestelde regels en bij voorbereidingen van nieuwe projecten (zonder contractuele verplichtingen) wordt op voorhand aan deze regels getoetst.
Rentestijging (R331)
Overzicht algemene dekkingsmiddelen (G5, K3, S)
Het huidige economisch perspectief is onzeker. Er sprake van de hoogste inflatie in 40 jaar. Om die inflatie te bestrijden heeft de Europese Centrale Bank (ECB) al enkele renteverhogingen doorgevoerd. Tijdens de volgende vergaderingen van de Raad van Bestuur van de ECB wordt er over verdere rentestappen besloten. Deze aanpassingen werken door in de rentetarieven die de gemeente verschuldigd is voor nieuw af te sluiten leningen. In de Voorjaarsrapportage 2023 is rekening gehouden met een stijging van de te betalen rente van 2,5% naar 3,25%. De kans is aanwezig dat de rente verder stijgt en de rentelasten in het meerjarenbeeld verder toenemen. In de kwantificering van dit risico wordt rekening gehouden met een stijging tot 4,25% in 2027. Bij de Voorjaarsrapportage 2024 wordt opnieuw gekeken naar de aan te houden rentepercentages voor nieuwe financiering en de rekenrente. De omvang van dit risico zal daarbij worden betrokken.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Actief volgen van de ontwikkelingen van de kapitaalmarkt en verwerken in de P&C cyclus. In het uiterste geval kan er ook voor gekozen worden te prioriteren en temporiseren bij de voorgenomen investeringen.
Energietarieven (R332)
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G4, K5, S)
Haarlemmermeer heeft een elektracontract voor het elektraverbruik van onder andere openbare verlichting, VRI's, pompgemalen, bruggen, markt- en evenementenkasten en gemeentelijke gebouwen. Het elektratarief voor de gemeente Haarlemmermeer stond in 2022 nog vast en wij betaalden dankzij een intensieve samenwerking met onze tussenpersoon een laag elektratarief.
Vanaf januari 2023 hebben wij te maken met fors hogere en variabele tarieven voor elektra. Daarnaast worden de belastingvoordelen van vorig jarig jaar op energie (energiebelasting en BTW) in 2023 niet gecontinueerd. De meeste elektra wordt verbruikt door openbare verlichting. De extra kosten hiervoor worden op basis van de huidige inzichten voor 2023 geraamd op € 924.000. Deze extra kosten zijn opgevoerd bij de Voorjaarsrapportage 2023. Vanwege variabele contracten kunnen de kosten maandelijks wijzigen. Het risico is dat de elektratarieven in de loop van het jaar en volgend jaar toch weer hoger zijn.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
We proberen kosten op elektra en gas te besparen door schaalvoordelen (gezamenlijke inkoop met omliggende gemeenten) en door te controleren of aansluitingen nog functioneel zijn.
Aankopen en exploitatie in het kader van Wvg Stationskwartier en Graan voor Visch Zuid te Hoofddorp (R337)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)
In het kader van Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg) doet de gemeente strategische aankopen in het Stationskwartier en Graan voor Visch Zuid in Hoofddorp. De intentie van deze aankopen is om deze later in te zetten in gebiedsontwikkelingsprojecten of vastgoedontwikkeling. Aan deze aankopen gaat een onderhandelingstraject vooraf. Deze aankopen zijn nog niet in een grond- of vastgoed exploitatie opgenomen. Het risico is dat bij geen doorgang of vertraging van het project, de dan geldende marktwaarde lager is dan de boekwaarde en er extra kosten voor rekening van de gemeente komen. Daarnaast kan bij verwerving sprake zijn van aankoop inclusief zittende huurders wat risico’s met zich meebrengt. Zekerheidshalve wordt daarom thans 10% van het aankoopbedrag opgenomen als risico. Dit percentage zal als er meer aankopen komen, jaarlijks worden herzien.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Omdat deze investeringen onder de materiële vaste activa worden opgenomen, worden er, anders dan bij grondexploitaties, geen bijkomende kosten toegevoegd. Door verhuur en tijdelijke exploitatie worden inkomsten verworven om de kosten te dekken.
Het niet meer kunnen uitvoeren van Inburgering na 2024 (R341)
Maatschappelijke ontwikkeling (G4, K3, S)
Wij bieden hulp aan statushouders bij het inburgeren. We zien een toename van het aantal statushouders door het wegvallen van reisbeperkingen die golden tijdens de coronapandemie. Hierdoor zijn er meer mensen nodig om deze toestroom aan te kunnen. In de voorjaarsrapportage 2023 is besloten om incidenteel € 1.600.000 voor 2023 en 2024 beschikbaar te stellen inburgering. Als er geen extra middelen beschikbaar zijn voor de versterking van de formatie, betekent dit dat we de taakstelling vanuit het Rijk niet kunnen realiseren. Statushouders kunnen dan niet tijdig worden gehuisvest en de inburgering kan niet starten conform het vastgestelde beleid.
Beheersmaatregel: Behouden van het risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
We zullen de toestroom van statushouders en de landelijke ontwikkelingen op dit gebied volgen.