Voornaamste risico's
Sociaal domein - Participatiewet, Wmo en Jeugdwet kan duurder uitvallen (R6)
Zorg en Werk (G5, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en voorziening levensonderhoud die nodig is, aanbieden en betalen. De Participatiewet, Wmo en Jeugdwet zijn zogenaamde open-einde regelingen. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke zorg, ondersteuning en voorziening levensonderhoud onze inwoners nodig hebben. Door de maatschappelijke impact van het coronavirus verwachten we dat meer inwoners een beroep op voorzieningen levensonderhoud zullen doen (bijstand, bijzondere bijstand, bijstand zelfstandigen en schuldhulpverlening). Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor Jeugd en Wmo van respectievelijk 5,6%, 2,8%, 2% en 2% voor de jaren 2022 tot en met 2025. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei en er meer kosten worden gemaakt dan begroot. Ook aanbestedingen, indexering van tarieven en maatwerk betreffende de continuiteitsbijdrage voor zorgaanbieders kunnen voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of niet geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Het risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties per 1 januari 2021. Als gevolg van toenemende onzekerheden in de ontwikkeling van de grondprijzen en het tempo waarin de grondverkopen plaatsvinden als gevolg van onder andere de coronacrisis en stroomproblematiek is het financiële gevolg bij de verliesgevende grondexploitaties toegenomen.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.
Strategische gronden GEM A4 Zone West en De President (R41)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K1, I)
In de grondexploitatie van de GEM A4 Zone West C.V. wordt rekening gehouden met de inbreng van de waarde van de gronden, welke gemeente Haarlemmermeer op haar balans heeft staan. Voor de gronden van De President 2.0 (grondbank Hillegondshoeve) is er een algemene afspraak om deze gronden op gelijke wijze als President 1.2 te ontwikkelen. Vanwege regionale afspraken kunnen deze laatst genoemde gronden pas na 2030 worden ontwikkeld.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor de gronden ten behoeve van A4 Zone West zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze en snelheid van inbreng van alle gronden. Deze afspraken hebben ertoe geleid, in combinatie met gesloten overeenkomsten (koop-, reserverings- en intentie overeenkomsten) en de afzetprognose, dat naar verwachting alle gronden voor 2030 zijn ingebracht. In de tweede helft van 2021 wordt ongeveer 40% van de gronden geleverd aan GEM A4 Zone West C.V..
Grootschalige investeringsprojecten (R90)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K2, I)
Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.
Beheersmaatregel: Divers, afhankelijk van het investeringsproject
Om het inzicht en de stuurbaarheid van deze projecten te vergroten kennen wij het Meerjaren Perspectief Investeringen (MPI). Deze wordt twee keer per jaar aan de raad aangeboden. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden daarin nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen.
Gemeentelijke kosten A4 Zone West (R201)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)
Momenteel staat circa € 1,5 miljoen aan gemeentelijke kosten op de balans die zijn gemaakt in relatie tot de A4 Zone West (inmiddels STP: Schiphol Trade Park). Hiervan is de bedoeling dat we deze vergoed krijgen uit het te behalen resultaat op de grondexploitatie van STP (uitgevoerd door de GEM A4 Zone West). Momenteel is het verwachte resultaat positief. Gezien het resultaat is het onzeker of het volledig verhalen van deze kosten daadwerkelijk mogelijk zal zijn.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Wij treden regelmatig in overleg met de GEM A4 Zone West en denken mee over mogelijkheden om het resultaat van STP te verbeteren. De gemeente gaat de grondverkopen in de A4 Zone West nauwgezet volgen. Indien deze de komende tijd van een voldoende niveau zijn, is er geen reden tot verdere maatregelen. Vallen de verkopen tegen, dan geeft dit aanleiding de huidige omvang van de kosten eventueel te herzien.
Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat de gemeente zich niet of onvoldoende zou hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen is de gemeente Haarlemmermeer in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaatprocedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop heeft de gemeente uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die Naris medio 2019 met de gemeente heeft uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van een andere partij. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is nog niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. Wel zijn er constructieve gesprekken gaande tussen de gemeente en de nieuwe aandeelhouders van TeleVerde. Mede hierdoor zijn het hoger beroep en de schadestaatprocedure “on hold” gezet in de hoop dat er tot een oplossing gekomen kan worden. De claim is vooralsnog niet van de baan. We hebben wel goede hoop dat dit aan een oplossing van het geschil kan bijdragen, maar op dit moment is er nog geen reden voor wijziging van het risico.
Beheersmaatregel: Verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.
Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties (R265)
Grondbeleid (G5, K2, S)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.
Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties van 1% (R266)
Grondbeleid (G4, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties met 1% stijgen door een oververhitte markt (of door eventuele stikstofmaatregelen).
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen).
Geen opbrengstenstijging in de grondexplotaties (R267)
Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat er geen opbrengstenstijging meer plaatsvindt.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.
Datalekken (R287)
Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Ondanks toegenomen aandacht voor beveiliging, privacy en datamanagement, bestaat het risico dat er datalekken optreden. Dit kan leiden tot boetes, schadevergoedingen en imagoschade. Vanwege de kans op boetes of schadevergoedingen is er sprake van een financiële risicogevolgcategorie. Doordat de overheid door een datalek negatief in het nieuws kan komen, kan weerstand in de samenleving ontstaan tegen overheidshandelen. Doordat misbruik van de persoonsgegevens soms kan leiden tot identiteitsfraude of chantage, ontstaat een gevolg voor de veiligheid. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van een project omdat er onvoldoende privacy-beschermende maatregelen zijn genomen.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
- Gemeente Haarlemmermeer organiseert bewustwordingstrainingen voor alle medewerkers.
- Werkprocessen kunnen worden verbeterd aan de hand van een Data Protection Impact Assessment (DPIA).
ICT-systemen kunnen uitvallen (R289)
Overzicht Overhead (G4, K1, I)
Hoewel vrijwel alle ICT-systemen dubbel zijn uitgevoerd, kunnen er systemen uitvallen. Hierdoor kunnen diensten aan inwoners en ondernemers tot stilstand komen. Dit leidt in ieder geval tot productieverlies, maar kan ook leiden tot andere nadelige gevolgen. De kans op groot dataverlies is klein.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Netwerkcomponenten, lijnverbindingen en ons datacenter zijn in meervoud aanwezig, zodat uitval van een component kan worden opgevangen door een tweede exemplaar. Het uitwijkdatacenter is buiten de gemeente Haarlemmermeer geplaatst.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Omdat wijzigingen een belangrijke oorzaak zijn van uitval, is het belangrijk om het wijzigingenproces goed vast te leggen en hierop te sturen. Gemeente Haarlemmermeer hanteert een 'change process' met een change manager. Wekelijks worden alle gewenste wijzigingen besproken in een change advisory board (CAB) waarin de juiste deskundigheden zijn vertegenwoordigd.
Ongewenste toegang gemeentelijke systemen (R293)
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G4, K2, I)
Ondanks de genomen maatregelen, kan nooit worden uitgesloten dat een hacker toegang krijgt tot de gemeentelijke systemen. In het ergste geval worden gegevens ontoegankelijk gemaakt, al dan niet permanent. Vaak heeft de hacker financiële motieven en vraagt losgeld om de systemen weer vrij te geven.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We zorgen voor het bijhouden van de kennis en kunde, het aanbrengen van de laatste updates en het monitoren van kwetsbaarheden. Doordat hackers wereldwijd actief kunnen zijn, kunnen ze beschikken over ruime middelen en gespecialiseerde hackers. Het is daarom belangrijk om continu alert te zijn, de hackers een stap voor te blijven en het zo lastig mogelijk maken.
Invoering omgevingswet (R297)
Veiligheid (G5, K3, S)
In de Voorjaarsrapportage 2021 is de Omgevingswet als risico opgenomen. Dit heeft te maken met omstandigheden die bij de Programmabegroting 2022 ook nog steeds actueel zijn:
- Al langere tijd maken gemeenten zich zorgen over de financiële effecten van de Omgevingswet. Inmiddels is op landelijk niveau bestuurlijk vastgesteld dat de Omgevingswet budgettair neutraal moet kunnen worden ingevoerd in een periode van tien jaar na inwerkingtreding. Tevens is op landelijk niveau bestuurlijk vastgesteld dat financiële compensatie van (een deel van) de invoeringskosten een optie is als blijkt dat de ‘terugverdientijd’ van tien jaar onhaalbaar is. Uit een gemeentelijke consultatie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt dat budgettair neutrale invoering binnen tien jaar onhaalbaar wordt geacht door gemeenten. Ook geven gemeenten aan niet tien jaar te kunnen wachten op eventuele financiële compensatie. Tot slot vinden gemeenten verlichting van de financiële druk op korte termijn noodzakelijk om de invoering van de Omgevingswet te accommoderen. De VNG heeft de minister van BZK gevraagd om de gemeentelijke invoeringskosten in 2022, ter hoogte van een bedrag van € 150 miljoen, eenmalig te compenseren. Om de structurele effecten te verlichten, heeft de VNG de minister gevraagd om op de afgesproken financiële evaluatiemomenten (eind 2022, 2023 en 2027) te berekenen of de terugverdientijd van tien jaar haalbaar is en zo niet, om op die momenten reeds tot financiële compensatie over te gaan. De minister heeft aangegeven zelf geen toezeggingen te kunnen doen vanwege haar demissionaire status. De minister heeft wel toegezegd de claims door te geleiden naar de juiste onderhandelingstafels.
- In het voorjaar van 2021 is het Integraal Financieel Beeld Omgevingswet verschenen, waarin de raming van de eenmalige (waaronder transitiekosten) en structurele financiële effecten van de Omgevingswet zijn bijgesteld. Wat betreft de transitiekosten gaat het om kosten zoals programmakosten, personeelskosten voor invoering Omgevingswet, aansluitkosten op Digitaal Stelsel Omgevingswet, opleidingskosten, organisatieontwikkeling en invoering nieuwe instrumenten (waaronder het omgevingsplan). De transitiekosten voor overheden (2021) liggen met € 1,3 tot 1,9 miljard hoger dan de destijds (2016) geraamde bedragen van € 190 miljoen - € 268 miljoen (bron: Integraal Financieel Beeld Omgevingswet, Kokx de Voogd, 11 maart 2021).
Het is lastig om de financiële impact voor de gemeente Haarlemmermeer te kwantificeren. De impact verschilt per gemeente en hangt van veel factoren af. De VNG geeft voor gemeenten met 100.000+ inwoners indicatief het volgende aan: de invoeringskosten voor grote gemeenten liggen tussen de € 5,6 miljoen en € 8,9 miljoen. Het merendeel van deze kosten betreft het maken van het omgevingsplan (in Haarlemmermeer naar verwachting drie jaar à € 1,45 miljoen, waarvoor bij de Voorjaarsrapportage 2021 voor twee jaar budget is toegekend). Tevens is er bij de Voorjaarsrapportage 2017 een budget van € 1,44 miljoen toegekend voor het opzetten van het programmateam Omgevingswet (€ 770.000 in 2018 en € 670.000 in 2019). Dat maakt dat de nog te maken invoeringskosten in Haarlemmermeer naar schatting tussen de € 1,3 miljoen en € 4,6 miljoen zijn.
De structurele effecten hangen sterk af van de beleids- en inrichtingskeuzes die de gemeenteraad en het college nog zullen maken. Er zijn drie scenario’s mogelijk, bij elk scenario geeft de VNG bandbreedtes aan:
1. basisscenario: het scenario waarin alleen rekening gehouden wordt met de verandering van de rijksregels, dus zónder gebruikmaking van de decentrale beleidsruimte. Het effect ligt dan tussen de -/- € 35.000 tot +/+ € 160.000;
2a. het scenario waarin alle decentrale ruimte financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft aan wat een gemeente financieel zou kunnen bereiken, de bovengrens van het effect. Het effect ligt in dit scenario tussen de -/- € 55.000 tot +/+ € 1,0 miljoen;
2b. het scenario waarin alle decentrale ruimte juist niet financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft eigenlijk de ondergrens van het effect aan. Het effect is in dat geval -/- € 200.000 tot +/+ € 150.000.
De VNG benadrukt dat dit indicaties zijn, die met voorzichtigheid moeten worden behandeld.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij de transitiekosten kan besloten worden de transitietijd langer of korter te maken en er kan gekozen worden de implementatie in hoog of laag tempo te doen. Hoe korter de transitietijd en hoe hoger het implementatietempo, hoe minder kosten. Dit is voor wat betreft het omgevingsplan alleen te realiseren als ook het benodigde budget voor 2024 te zijner tijd gehonoreerd wordt. Verder volgen wij de landelijke financiële ontwikkelingen ten aanzien van de Omgevingswet op de voet.
Sociaal domein - beleidswijziging hulp bij het huishouden (R301)
Zorg en Werk (G5, K3, S)
Als gevolg van een beleidswijziging hulp bij het huishouden moeten we aanvragen hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo per 2022 ruimhartiger toekennen. Bij gemeenten met een vergelijkbaar karakter als dat van Haarlemmermeer blijkt dat het percentage inwoners dat gebruikt maakt hulp bij het huishouden ten opzichte van het totaal aantal inwoners kan wisselen van 0,2% tot 2,5%. In Haarlemmermeer is het percentage inwoners dat op dit moment hulp bij het huishouden ontvangt 1,2% ten opzichte van het totaal aantal inwoners. Het effect van de beleidswijziging is niet te voorspellen op basis van de situatie bij gemeenten met een vergelijkbaar karakter. Risico bestaat dat het aantal inwoners dat gebruikt maakt van hulp bij het huishouden toeneemt en er meer kosten zullen worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Door middel van een duidelijk gefaseerde en projectmatige aanpak willen borgen dat de financiële gevolgen beperkt blijven en dat de operationele gevolgen van de beleidswijziging opgevangen kunnen worden.
Aansprakelijkheidsstelling door oud medewerkers (R302)
Overzicht overhead (G4, K3, I)
Door de wijze van ontslag heeft een aantal oud medewerkers van de gemeente Haarlemmermeer ons aansprakelijk gesteld voor de volgens hen geleden (gevolg)schade. Er lopen juridische procedures waardoor het onzeker is of en voor welk bedrag we aansprakelijk worden gesteld.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten we ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat.
Implementatie nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving (R305)
Overzicht Overhead (G, K, S)
De gemeente dient wet- en regelgeving na te leven. Wetswijzigingen behoren daarom tijdig geïmplementeerd te worden (met vertaling naar dienstverlening en werkprocessen en eigen gemeentelijke verordeningen en formats) zodat de dienstverlening aan inwoners en ondernemers dienovereenkomstig kan plaats vinden. De invoering van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt in de basis tot de volgende risico’s voor de gemeente Haarlemmermeer:
Compliance: Een niet tijdige implementatie van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt tot een verhoogd risico dat de uitgevoerde dienstverlening niet in overeenstemming is met vigerende wet en regelgeving. Dit risico kan leiden tot negatieve consequenties voor de gemeente inzake de op handen zijnde rechtmatigheidsverantwoording met ingang van het boekjaar 2022. Daarnaast is sprake van een hogere kans op claims van benadeelde partijen ingevolge het niet naleven van de geldende wet- en regelgeving (reputatieschade).
Financieel: Er is sprake van een mogelijke financieel risico, doordat geen of onvoldoende middelen binnen de organisatie beschikbaar zijn om te voldoen aan de nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving. Tevens bestaat de mogelijkheid dat opleiding voor bestaande medewerkers noodzakelijk is om voldoende kennis te vergaren over de veranderde wet- en regelgeving. Onvoldoende middelen en/of opleidingen leggen een financieel beslag op de huidige organisatie.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Binnen de organisatie is sprake van eigenaarschap voor iedere wet. Dit eigendom dient ervoor zorg te dragen dat de gevolgen voor de organisatie ingevolge nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving tijdig worden geïdentificeerd. Initiëren van vervolgactiviteiten naar aanleiding van de identificatie van de gevolgen zijn tevens onderdeel van het eigenaarschap
Financiële impact coronamaatregelen
Diverse programma's (G, K, I/S)
De coronacrisis raakt iedereen: onze inwoners, ondernemers, instellingen en de gemeentelijke organisatie. In de aanpak van deze crisis beogen we twee doelen te bewerkstelligen. Allereerst dat we onze gemeentelijke dienstverlening zo goed als mogelijk continueren. Daarnaast willen we de negatieve effecten van de coronacrisis zo veel als mogelijk beperken door het uitvoeren van diverse maatregelen. De maatregelen worden bepaald door in gesprek te blijven met onze inwoners, ondernemers en instellingen op basis van de vragen die zij stellen en de behoeften die zij uiten.
We zijn gestart met het formuleren van scenario’s en prognoses om meer een idee te verkrijgen van de denkbare lange termijn effecten van de coronacrisis. Wat we al wel met zekerheid kunnen voorzien is dat gemeentelijke inkomsten incidenteel dalen, bijvoorbeeld toeristenbelasting en parkeerbelasting en dat er nog extra uitgaven worden gedaan. Bij de Voorjaarsrapportage 2022 worden de ramingen op basis van de inzichten op dat moment weer geactualiseerd. De raad is regelmatig geïnformeerd met specifieke brieven en dat zal indien nodig ook door blijven gaan in 2022. We beschouwen deze financiële tegenvallers als incidenteel en verwachten op onderdelen nog compensatie vanuit het Rijk.
De definitieve compensatie over 2020 en 2021 vanuit het Rijk zal bepaald worden met behulp van de jaarstukken van de gemeentes. De compensatie voor 2020 zal naar verwachting niet eerder dan de decembercirculaire 2021 bekend worden gemaakt en de compensatie over 2021 in de decembercirculaire 2022. We mogen vanwege een bindende uitspraak van de commissie BBV hiervoor geen post in de jaarstukken opnemen.
Alle andere effecten met een financiële component zijn op dit moment niet bekend. Bij dit risico is dan ook nog geen kans- en gevolgklasse gedefinieerd, waardoor deze nog niet is meegenomen in de berekening van de ratio weerstandsvermogen.
De tekorten op korte termijn worden zo goed mogelijk geraamd in de voorjaarsrapportage en leiden niet tot een extra risico. De lange termijn effecten zijn nog onvoldoende duidelijk om tot een risico inschatting te kunnen komen.