Overzicht overhead

Haarlemmermeer realiseert haar doelen met aanvaardbare overhead.

In het BBV is bepaald welke uitgaven onder het Overzicht overhead vallen. Het uitgangspunt hiervan is om de vergelijkbaarheid met andere gemeenten te vergroten. Het gevolg is dat in de programma’s alleen baten en lasten worden opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces, wat wil zeggen dat in de programma’s alleen de kosten van de bedrijfsvoering worden verantwoord die direct voor de uitvoering van de desbetreffende taken en activiteiten worden ingezet.

Naar aanleiding van de raadssessie op 15 juni 2017 over het Vervolgonderzoek Rekenkamercommissie inzake Overhead en in het kader van de doorontwikkeling van het Overzicht overhead is het overzicht onderverdeeld in vijf onderdelen. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de lasten van overhead. De verschillen in de lasten per jaar van elk onderdeel worden hieronder kort toegelicht.
Verder is voor de wettelijk voorgeschreven BBV-kengetallen een tabel opgenomen met de beschikbare vergelijkende cijfers 2019 en 2020 van drie gemeenten.

Globaal bestaat de overhead volgens de definitie van het BBV uit de volgende onderwerpen:

  • Bestuursondersteuning en beleidsadvisering
  • Financiën
  • Personeelszaken en organisatie
  • Juridische zaken (exclusief bezwaar en beroep)
  • Informatievoorziening, automatisering van systemen ten behoeve van de gemeentebrede bedrijfsvoering, documentmanagement en informatievoorziening (DIV)
  • Facilitaire zaken en huisvesting (inclusief beveiliging)
  • Interne en externe communicatie met uitzondering van klantcommunicatie
  • Verzekeringen
  • Hiërarchisch leidinggevenden, controllers en managementondersteuning werkzaam in de primaire processen en de staven van de clusters

De definitie voor overhead die is vastgesteld door de commissie BBV creëert een nieuwe discussie over de kosten van de gemeentebrede bedrijfsvoering en de toerekening hiervan. Een voorbeeld hiervan is dat de gemeente Haarlemmermeer afgelopen jaren uit het oogpunt van efficiency meer heeft gecentraliseerd op ICT-gebied. Eén van de keuzes die daarbij is gemaakt is om ICT-software meer generiek (voor ieder organisatieonderdeel hetzelfde) aan te bieden, waardoor schaalgrootte en efficiency wordt bereikt doordat het aantal aanwezige pakketten vermindert en daarmee ook het totaal aantal applicatiebeheerders. Voorbeelden hiervan zijn de invoering van een zaaksysteem, documentcreatie- en workflow systemen. Generieke systemen vallen op basis van de BBV-definitie eerder onder bedrijfsvoering waardoor dit voor de overhead verhogend werkt. Dit maakt een discussie over de overhead complex. We voeren benchmarks uit met andere gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn de benchmark van Vensters voor Bedrijfsvoering die diverse aspecten van de bedrijfsvoering belicht en de benchmark van M&I/Partners die zich specifiek richt op de automatiseringstak van de gemeente. Door verdiepende vervolgonderzoeken vergelijken we onze bedrijfsvoering op een meer kwalitatief niveau en leggen wij de relatie met onze ambities. De commissie BBV beoogt met het vaststellen van de definitie van overhead dat de vergelijkbaarheid tussen gemeenten wordt vergroot. Het onderling vergelijken van gemeenten wordt echter bemoeilijkt doordat gemeenten fundamenteel van elkaar verschillen op zowel fysiek, sociaal als organisatorisch terrein. Het vergelijken van plattelandsgemeenten met de meer stedelijke gemeenten of het vergelijken van de zogenaamde regiegemeenten met gemeenten die veel taken in eigen beheer uitvoeren leidt tot grote verschillen. Gemeente Haarlemmermeer is een gemeente die veel taken heeft ondergebracht bij verbonden partijen zoals de afvalinzameling en het innen van lokale heffingen, en is daarmee regiegemeente. Dit leidt tot relatief meer overhead, aangezien het aantal medewerkers in het primaire proces lager is dan bij gemeenten die de taken in eigen beheer uitvoeren. De hoeveelheid werk die verricht wordt binnen de overhead is echter gelijk in beide vormen. Hierbij valt te denken aan het opstellen van begroting en verantwoording, welke in beide vormen van dezelfde omvang is.

Tabel 80 geeft een aantal kengetallen weer in relatie tot de overhead.

Tabel 80 

Omschrijving

Eenheid

Indicator

Bron

Metingen

2019

2020

2021

Formatie

Fte per 1.000 inwoners

BBV

Eigen gegevens

6,4

6,4

6,5

Bezetting1

Fte per 1.000 inwoners

BBV

Eigen gegevens

6,5

6,1

6,6

Apparaatskosten

Kosten per inwoner

BBV

Eigen begroting

€ 692

€ 630

€ 718

Externe inhuur

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

BBV

Eigen begroting

18,5

4,62

4,12

Overhead

% van totale lasten

BBV

Eigen begroting

12,5

10,4

12,5

  1. Werkelijke bezetting per 1 januari jaar t-1 (conform definitie beleidsindicatoren)
  2. Dit is het percentage gebaseerd op de primaire begroting 2020 en 2021 (standlijn 1 januari). Voor wat betreft de kolom 2019 zijn dit de daadwerkelijke uitkomsten. De hogere realisatie wordt onder andere veroorzaakt door inhuur externen in verband met vacatures. Deze inhuurkosten worden gedekt uit vrijvallende salariskosten.

De hiervoor genoemde kengetallen moeten door alle gemeenten in hun programmabegroting en jaarstukken opgenomen worden. Hierdoor is het mogelijk een vergelijking met andere gemeenten te maken. Voor 2019 en 2020 is het beeld als volgt:

Tabel 81 

Omschrijving

Eenheid

Haarlemmermeer

Zaanstad

Haarlem

Apeldoorn

JS 20191

PB 2020

JS 2019

PB 2020

JS 2019

PB 2020

JS 2019

PB 2020

Formatie

Fte per 1.000 inwoners

6,4

6,4

8,0

8,2

7,8

7,5

7,4

7,6

Bezetting

Fte per 1.000 inwoners

6,5

6,1

7,5

7,5

8.0

7,5

7,4

6,8

Apparaatskosten

Kosten per inwoner in euro's

€ 692

€ 630

€ 654

€ 637

€ 735

€ 709

n/b

€ 742

Externe inhuur

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

18,5

4,6

15,2

18,9

14,1

15

15,9

n/b

Overhead

% van totale lasten

12,5

10,4

10,3

10,1

9,1

9,2

8,8

9,9

  1. JS = Jaarstukken; PB = Programmabegroting

Onderstaand een overzicht van de opbouw in Fte’s die voor 2021 zijn toegerekend aan de exploitatie (direct) en aan het overzicht overhead.

Tabel 82 

cluster overhead

cluster

Direct

Overhead

Eindtotaal

PIOFACH1

Directie

-

6,80

6,80

Corporate control

-

6,47

6,47

Staf bestuur en directie

-

39,86

39,86

Human resource management

-

30,96

30,96

Financiën en administratie

-

55,88

55,88

Facility management

-

66,25

66,25

Info+

-

60,24

60,24

Inkoop en juridische zaken

-

37,28

37,28

Communicatie

-

19,70

19,70

Totaal PIOFACH

-

323,44

323,44

Direct

Beheer en onderhoud

69,38

12,67

82,05

Grond- en Vastgoedzaken

33,38

7,78

41,16

Ruimte, economie en duurzaamheid

48,29

12,71

61,00

Ingenieursbureau

31,25

4,89

36,14

Klant contact centrum

56,58

10,66

67,24

Sociale dienstverlening

62,48

6,89

69,37

Gebieds- en relatiemanagement

25,31

2,67

27,98

Projecten

37,63

3,67

41,30

Maatschappelijke ondersteuning en zorg

61,06

21,79

82,85

Samenleving, sport en cultuur

34,21

6,48

40,69

Veiligheid

108,35

12,47

120,82

Griffie

8,38

-

8,38

Totaal Direct

576,30

102,68

678,98

Eindtotaal

576,30

426,12

1002,42

  1. PIOFACH staat voor Personeel, informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting.