Wet Open overheid (Woo)

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. De Woo vervangt de Wet openbaarheid van bestuur. Artikel 3.5 van de Woo schrijft voor dat een bestuursorgaan in de begroting aandacht besteed aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de wet. In de jaarstukken moeten we verslag doen van de uitvoering van de wet, mede in relatie tot de beleidsvoornemens.

In deze paragraaf doen wij voor de eerste maal verslag van onze beleidsvoornemens. Daarbij richten wij ons op de drie pijlers van de Woo:

  • Actieve openbaarmaking

  • Passieve openbaarmaking

  • Verbetering van de informatiehuishouding

Actieve openbaarmaking

De Woo noemt elf categorieën die wij actief openbaar moeten maken. Het overgangsrecht van de Woo regelt dat de start van de actieve openbaarmaking van deze elf categorieën wordt geregeld in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Daarin zal naar verwachting naast de datum ook worden bekend gemaakt dat de elf categorieën niet allemaal tegelijk openbaar gemaakt moeten worden, maar dat daar een fasering in wordt aangebracht. Voorlopig is er nog geen duidelijkheid vanaf wanneer wij moeten starten met actieve openbaarmaking. Overigens maken wij al diverse zaken actief openbaar. Denk aan de raadsstukken, vastgestelde verordeningen, beleidsregels, organisatiegegevens en dergelijke. Het staat ons vrij om al meer documenten actief openbaar te maken.

Passieve openbaarmaking

Naast het actief openbaar maken kan iedereen altijd vragen om bepaalde informatie (op verzoek) openbaar te maken. Ook bij openbaarmaking op verzoek gaat de Woo ervan uit dat het belang van openbaarheid altijd geldt en dat alleen in uitzonderingsgevallen een bijzonder belang vóór openbaarmaking kan gaan. Concreet betekent dit dat een Woo-verzoek (of onderdelen daarvan) alleen kan (of kunnen) worden geweigerd wanneer een beschermd belang in het geding is.

Voor het behandelen van een Woo-verzoek mogen we geen leges heffen, omdat het algemene belang van openbaarheid niet te zien is als individuele dienstverlening. Leges leg je op voor individuele dienstverlening. Wel mogen we de redelijke kosten van kopieën in rekening brengen. In de praktijk is gebleken dat bij een vraag van een journalist eerder werd gedacht dat het hier gaat om individuele dienstverlening (waar je leges voor mag heffen) en niet om het algemeen belang van openbaarheid. Dat leidde soms tot vragen, nu vanuit de beroepsgroep zelf een tegenovergesteld standpunt wordt ingenomen, dat het bij journalistiek onderzoek niet gaat om individuele dienstverlening, maar om een publiek belang. Besloten is om bij een Woo-verzoek van een journalist altijd uit te gaan van het algemene belang van openbaarheid, en derhalve geen leges te heffen.

Verbetering van de informatiehuishouding

Een van de uitgangspunten van de Woo is dat de informatiehuishouding op orde is. De verbetering van de informatiehuishouding is bij ons niet nieuw. Jaarlijks worden stappen gezet, mede onder invloed van zaakgericht werken en digitalisering. Met de introductie van het zaak- en archiefsysteem Verseon is de kanteling gestart van achteraf op papier archiveren naar directe, digitale vastlegging in Verseon met ondersteuning van de clusters door informatieprofessionals. Per 1 juli 2015 is, de bestuurlijke besluitvorming uitgezonderd, alle informatie digitaal: er worden geen papieren archieven meer gevormd.