Voornaamste risico's
Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Het maximum risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties, het minimumbedrag is het gewogen risicobedrag. De getallen zijn op basis van het MPG 2022, stand 1 januari 2022. Als gevolg van toenemende onzekerheden in de ontwikkeling van de grondprijzen en het tempo waarin de grondverkopen plaatsvinden als gevolg van onder andere stroomproblematiek en onduidelijkheden bij procedures is het financiële gevolg bij de verliesgevende grondexploitaties licht toegenomen.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.
Strategische gronden GEM A4 Zone West en De President (R41)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K1, I)
In de grondexploitatie van de GEM A4 Zone West C.V. (STP) wordt rekening gehouden met de inbreng van de waarde van de gronden, welke de Gemeente Haarlemmermeer op haar balans heeft staan. Voor de gronden van De President 2.0 (grondbank Hillegondshoeve) is er een algemene afspraak om deze gronden op gelijke wijze als President 1.2 te ontwikkelen. Vanwege regionale afspraken kunnen deze laatst genoemde gronden in principe pas na 2030 worden ontwikkeld. Vanwege aanhoudende vraag wordt gekeken of President 2.0 versneld tot ontwikkeling kan worden gebracht.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor de gronden ten behoeve van de A4 Zone West zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze en snelheid van inbreng van alle gronden. Deze afspraken hebben ertoe geleid, in combinatie met gesloten overeenkomsten (koop-, reserverings- en intentie overeenkomsten) en de afzetprognose, dat naar verwachting alle gronden voor 2030 zijn ingebracht. In 2022 wordt naar verwachting ongeveer 90% van de gronden geleverd aan GEM A4 Zone West C.V..
Grootschalige investeringsprojecten (R90)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)
Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.
Beheersmaatregel: Divers, afhankelijk van het investeringsproject
Om het inzicht en de stuurbaarheid van deze projecten te vergroten kennen wij het Meerjarenperspectief Investeringen (MPI). Deze wordt twee keer per jaar aan de raad aangeboden. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden daarin nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen.
Gemeentelijke kosten A4 Zone West (R201)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)
Momenteel staat circa € 1,5 miljoen aan gemeentelijke kosten op de balans die zijn gemaakt in relatie tot de A4 Zone West (inmiddels STP: Schiphol Trade Park). Hiervan is de bedoeling dat we deze vergoed krijgen uit het te behalen resultaat op de grondexploitatie van STP (uitgevoerd door de GEM A4 Zone West). Momenteel is het verwachte resultaat positief. Gezien het resultaat is het onzeker of het volledig verhalen van deze kosten daadwerkelijk mogelijk zal zijn.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Wij treden regelmatig in overleg met de GEM A4 Zone West en denken mee over mogelijkheden om het resultaat van STP te verbeteren. De gemeente gaat de grondverkopen in de A4 Zone West nauwgezet volgen. Indien deze de komende tijd van een voldoende niveau zijn, is er geen reden tot verdere maatregelen. Vallen de verkopen tegen, dan geeft dit aanleiding de huidige omvang van de kosten eventueel te herzien.
Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat wij ons niet of onvoldoende zou hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen is de gemeente Haarlemmermeer in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaatprocedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop hebben wij uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die Naris medio 2019 met de gemeente heeft uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van een andere partij. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is nog niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. Wel zijn er constructieve gesprekken gaande tussen ons en de nieuwe aandeelhouders van TeleVerde. Mede hierdoor zijn het hoger beroep en de schadestaatprocedure “on hold” gezet in de hoop dat er tot een oplossing gekomen kan worden. De claim is vooralsnog niet van de baan. We hebben wel goede hoop dat dit aan een oplossing van het geschil kan bijdragen, maar op dit moment is er nog geen reden voor wijziging van het risico.
Beheersmaatregel: Verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.
Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties (R265)
Grondbeleid (G5, K2, S)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.
Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties van 2,7% (R266)
Grondbeleid (G4, K2, I)
De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties stijgen door een oververhitte markt door onder andere geopolitieke spanningen.
Het risico van kostenstijging is op basis van de cijfers uit het tMPG 2022 geactualiseerd. Dit houdt in dat het risico op een kostenstijging van de investeringsramingen in de grondexploitaties in plaats van 1%, met 2,7% stijgt. Dit is ten opzichte van de huidige parameter van 2,5% die is opgenomen in de grondexploitaties. Met de actualisatie van dit risico sluiten we aan bij de Centraal Planbureau (CPB) inschatting dat de index voor overheidsinvesteringen op 5,2% uitkomt. Het gevolg is dat het maximale financiële effect van € 7,3 miljoen toeneemt tot € 20 miljoen. Dit betekent dat op totaalniveau de Netto Contante Waarde (NCW) saldi van de grondexploitaties met € 20 miljoen afnemen, daarnaast kan dit gevolgen hebben voor de winstuitnames en wellicht het terugstorten van winsten in projecten. Bij het MPG 2023, als de daadwerkelijke parameters bekend zijn, zal ook het daadwerkelijke effect op de NCW bekend zijn en zal dit risico worden aangepast.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen).
Geen opbrengstenstijging in de grondexplotaties (R267)
Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de geraamde opbrengsten met 1% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.
Datalekken (R287)
Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Ondanks toegenomen aandacht voor beveiliging, privacy en datamanagement, bestaat het risico dat er datalekken optreden. Dit kan leiden tot boetes, schadevergoedingen en imagoschade. Vanwege de kans op boetes of schadevergoedingen is er sprake van een financiële risicogevolgcategorie. Doordat de overheid door een datalek negatief in het nieuws kan komen, kan weerstand in de samenleving ontstaan tegen overheidshandelen. Doordat misbruik van de persoonsgegevens soms kan leiden tot identiteitsfraude of chantage, ontstaat een gevolg voor de veiligheid. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van een project omdat er onvoldoende privacy-beschermende maatregelen zijn genomen.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Gemeente Haarlemmermeer organiseert bewustwoordingstrainingen voor alle medewerkers.
Werkprocessen kunnen worden verbeterd aan de hand van een Data Protection Impact Assessment (DPIA).
ICT-systemen kunnen uitvallen (R289)
Overzicht Overhead (G4, K1, I)
Hoewel vrijwel alle ICT-systemen dubbel zijn uitgevoerd, kunnen er systemen uitvallen. Hierdoor kunnen diensten aan inwoners en ondernemers tot stilstand komen. Dit leidt in ieder geval tot productieverlies, maar kan ook leiden tot andere nadelige gevolgen. De kans op groot dataverlies is klein.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Netwerkcomponenten, lijnverbindingen en ons datacenter zijn in meervoud aanwezig, zodat uitval van een component kan worden opgevangen door een tweede exemplaar. Het uitwijkdatacenter is buiten de gemeente Haarlemmermeer geplaatst.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Omdat wijzigingen een belangrijke oorzaak zijn van uitval, is het belangrijk om het wijzigingenproces goed vast te leggen en hierop te sturen. Gemeente Haarlemmermeer hanteert een 'change process' met een change manager. Wekelijks worden alle gewenste wijzigingen besproken in een change advisory board (CAB) waarin de juiste deskundigheden zijn vertegenwoordigd.
Gemeentefonds (R291)
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G5, K3, S)
De grootste inkomstenbron voor onze gemeente betreft de uitkering gemeentefonds (40% van de totale inkomsten van Haarlemmermeer). Het gemeentefonds wordt gevoed door het Rijk. Zowel de voeding van het fonds, als de verdeling ervan, is afhankelijk van een complex geheel van factoren. Als gevolg van externe ontwikkelingen bij de voeding en verdeling van het gemeentefonds bestaat de kans dat ons aandeel vanuit het gemeentefonds positief of negatief afwijkt van de verwachting, waardoor een niet direct te beïnvloeden voor- of nadeel in de begroting ontstaat.
De grootste onzekerheid bij de ontwikkeling van het gemeentefonds betreft het accres. De omvang van het gemeentefonds beweegt mee met de rijksuitgaven. Zo leiden extra uitgaven bij het Rijk tot een hogere storting in het gemeentefonds, en leiden bezuinigingen tot een lagere storting (ook wel trap-op, trap-af). Bij het kwantificeren van deze ontwikkeling zijn wij bij de Programmabegroting 2023-2026 uitgegaan uit van een afwijking van maximaal 1%, dit heeft een structureel effect van € 2,4 miljoen op onze begroting.
De herijking van de verdeling van het gemeentefonds wordt ingevoerd per 1 januari 2023. De definitieve effecten hiervan zijn verwerkt als onderdeel van de meicirculaire 2022 waardoor dit element in het risico is komen te vervallen.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Actief volgen van publicaties (onder andere circulaires) van het ministerie van BZK en verwerken hiervan in de P&C cyclus.
Ongewenste toegang gemeentelijke systemen (R293)
Overzicht Overhead (G4, K2, I)
Ondanks de genomen maatregelen, kan nooit worden uitgesloten dat een hacker toegang krijgt tot de gemeentelijke systemen. In het ergste geval worden gegevens ontoegankelijk gemaakt, al dan niet permanent. Vaak heeft de hacker financiële motieven en vraagt losgeld om de systemen weer vrij te geven.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We zorgen voor het bijhouden van de kennis en kunde, het aanbrengen van de laatste updates en het monitoren van kwetsbaarheden. Doordat hackers wereldwijd actief kunnen zijn, kunnen ze beschikken over ruime middelen en gespecialiseerde hackers. Het is daarom belangrijk om continu alert te zijn, de hackers een stap voor te blijven en het zo lastig mogelijk maken.
Invoering omgevingswet (R297)
Veiligheid (G5, K3, S)
In de Voorjaarsrapportage 2022 en de Programmabegroting 2021-2024 is de Omgevingswet als risico opgenomen. Dit heeft te maken met omstandigheden die bij de huidige programmabegroting ook nog actueel zijn:
• Al langere tijd maken gemeenten zich zorgen over de financiële effecten van de Omgevingswet. Op landelijk niveau is bestuurlijk vastgesteld dat de Omgevingswet budgettair neutraal moet kunnen worden ingevoerd in een periode van tien jaar na inwerkingtreding. Tevens is op landelijk niveau bestuurlijk vastgesteld dat financiële compensatie van (een deel van) de invoeringskosten een optie is als blijkt dat de ‘terugverdientijd’ van tien jaar onhaalbaar is. Uit een gemeentelijke consultatie van de VNG blijkt dat budgettair neutrale invoering binnen tien jaar onhaalbaar wordt geacht door gemeenten. Ook geven gemeenten aan niet tien jaar te kunnen wachten op eventuele financiële compensatie. Tot slot vinden gemeenten verlichting van de financiële druk op korte termijn noodzakelijk om de invoering van de Omgevingswet te accommoderen. De VNG heeft de minister van BZK gevraagd eenmalig de gemeentelijke invoeringskosten in 2022, ter hoogte van een bedrag van € 150 miljoen, te compenseren. Om de structurele effecten te verlichten, heeft de VNG de minister gevraagd om op de afgesproken financiële evaluatiemomenten (eind 2022, 2023 en 2027) te berekenen of de terugverdientijd van tien jaar haalbaar is en zo niet, om op die momenten reeds tot financiële compensatie over te gaan. Inmiddels heeft de minister via de meicirculaire 2022 laten weten de € 150 miljoen uit te keren bij de septembercirculaire 2022. De VNG blijft met de minister in gesprek over de invoeringskosten van de Omgevingswet op langere termijn en de terugverdientijd van het stelsel.
• In het voorjaar van 2021 is het Integraal Financieel Beeld Omgevingswet verschenen, waarin de raming van de eenmalige (waaronder transitiekosten) en structurele financiële effecten van de Omgevingswet zijn bijgesteld. Wat betreft de transitiekosten gaat het om kosten zoals programmakosten, personeelskosten voor invoering Omgevingswet, aansluitkosten op Digitaal Stelsel Omgevingswet, opleidingskosten, organisatieontwikkeling en invoering nieuwe instrumenten (waaronder het omgevingsplan). De transitiekosten voor overheden (2021) liggen met € 1,3 tot 1,9 miljard hoger dan de destijds (2016) geraamde bedragen van € 190 - € 268 miljoen (bron: Integraal Financieel Beeld Omgevingswet, Kokx de Voogd, 11 maart 2021).
Het is lastig om de financiële impact voor de gemeente Haarlemmermeer te kwantificeren. De impact verschilt per gemeente en hangt van veel factoren af. De VNG geeft voor gemeenten met 100.000+ inwoners indicatief het volgende aan: de invoeringskosten voor grote gemeenten liggen tussen de € 5,6 en € 8,9 miljoen. Het merendeel van deze kosten betreft het maken van het omgevingsplan (in Haarlemmermeer naar verwachting drie jaar à € 1,45 miljoen, waarvoor bij de Voorjaarsrapportage 2021 voor twee jaar budget is toegekend. Bij de Voorjaarsrapportage 2022 is het derde jaar toegekend). Tevens is er in 2017 bij de VJR een budget van € 1,44 miljoen toegekend voor het opzetten van het programmateam Omgevingswet (€ 770.000 in 2018 en € 670.000 in 2019). Dat maakt dat de nog te maken invoeringskosten in Haarlemmermeer naar schatting tussen de € 1,3 en € 4,6 miljoen zijn.
De structurele effecten hangen sterk af van de beleids- en inrichtingskeuzes die de gemeenteraad en het college nog zullen maken. Er zijn drie scenario’s mogelijk, bij elk scenario geeft de VNG bandbreedtes aan:
1. basisscenario: het scenario waarin alleen rekening gehouden wordt met de verandering van de rijksregels, dus zónder gebruikmaking van de decentrale beleidsruimte. Het effect ligt dan tussen de -/- € 35.000 tot +/+ € 160.000;
2a. het scenario waarin alle decentrale ruimte financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft aan wat een gemeente financieel zou kunnen bereiken, de bovengrens van het effect. Het effect ligt in dit scenario tussen de -/- € 55.000 tot +/+ € 1,0 miljoen;
2b. het scenario waarin alle decentrale ruimte juist niet financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft eigenlijk de ondergrens van het effect aan. Het effect is in dat geval -/- € 200.000 tot +/+ € 150.000.
Samenvattend: de nog te maken invoeringskosten voor Haarlemmermeer worden geraamd tussen de € 1,3 en € 4,6 miljoen. De structurele effecten liggen tussen de -/- € 200.000 en +/+ € 1,0 miljoen.
De VNG benadrukt dat dit indicaties zijn, die met voorzichtigheid moeten worden behandeld.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen) ↵ Bij de transitiekosten kan besloten worden de transitietijd langer of korter te maken en er kan gekozen worden de implementatie in hoog of laag tempo te doen. Hoe korter de transitietijd en hoe hoger het implementatietempo, hoe minder kosten. Verder volgen wij de landelijke financiële ontwikkelingen ten aanzien van de Omgevingswet op de voet.
Aansprakelijkheidsstelling door (oud)medewerkers (R302)
Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Door de wijze van ontslag heeft een aantal (oud)medewerkers van de gemeente Haarlemmermeer ons aansprakelijk gesteld voor de volgens hen geleden (gevolg)schade. Er lopen juridische procedures waardoor het onzeker is of en voor welk bedrag we aansprakelijk worden gesteld.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten we ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat.
Implementatie nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving (R305)
Overzicht Overhead (G, K, S)
De gemeente dient wet- en regelgeving na te leven. Wetswijzigingen behoren daarom tijdig geïmplementeerd te worden (met vertaling naar dienstverlening en werkprocessen en eigen gemeentelijke verordeningen en formats) zodat de dienstverlening aan inwoners en ondernemers dienovereenkomstig kan plaats vinden. De invoering van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt in de basis tot de volgende risico’s voor de gemeente Haarlemmermeer:
Compliance: Een niet tijdige implementatie van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt tot een verhoogd risico dat de uitgevoerde dienstverlening niet in overeenstemming is met vigerende wet- en regelgeving. Dit risico kan leiden tot negatieve consequenties voor de gemeente inzake de financiële rechtmatigheid. Daarnaast is sprake van een hogere kans op claims van benadeelde partijen ingevolge het niet naleven van de geldende wet- en regelgeving (reputatieschade).
Financieel: Er is sprake van een mogelijke financieel risico, doordat geen of onvoldoende middelen binnen de organisatie beschikbaar zijn om te voldoen aan de nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving. Tevens bestaat de mogelijkheid dat opleiding voor bestaande medewerkers noodzakelijk is om voldoende kennis te vergaren over de veranderde wet- en regelgeving. Onvoldoende middelen en/of opleidingen leggen een financieel beslag op de huidige organisatie.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Binnen de organisatie is sprake van eigenaarschap voor iedere wet. Dit eigendom dient ervoor zorg te dragen dat de gevolgen voor de organisatie ingevolge nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving tijdig worden geïdentificeerd. Initiëren van vervolgactiviteiten naar aanleiding van de identificatie van de gevolgen zijn tevens onderdeel van het eigenaarschap.
Extra opbrengst toeristenbelasting (uitbreiding hotelcapaciteit) (R306)
Overzicht algemene dekkingsmiddelen (G4, K3, S)
Als gevolg van de onzekerheid over de uitbreiding van de hotelcapaciteit bestaat de kans dat de geraamde meeropbrengst van de toeristenbelasting niet gerealiseerd wordt waardoor er een nadeel ontstaat. De meeropbrengst is onzeker, omdat de omzet van de hotels door de coronacrisis nog zwaar onder druk staat (lagere bezetting én lagere overnachtingsprijzen) en het nog de vraag is of met name de zakelijke reiziger weer in dezelfde mate terug komt na de coronacrisis. Het grootste deel van de hotels in Haarlemmermeer is gericht op de zakelijke markt.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Monitoren van de ontwikkelingen hotelcapaciteit en omzet bij de volgende P&C documenten.
Aansprakelijkstelling huurovereenkomst (R317)
Overzicht algemene dekkingsmiddelen (G, K, I)
Als gevolg van een aansprakelijkstelling bestaat de kans dat er een procedure tegen de gemeente wordt gestart wegens het niet nakomen van een huurovereenkomst en het handelen in strijd met een Letter of Intent. De gemeente betwist dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen en betwist dat er is gehandeld in strijd met de Letter of Intent. Het is mogelijk dat er een schikking wordt getroffen in deze kwestie. Als geprocedeerd gaat worden kan er financiële en imagoschade ontstaan. De kans dat er dan, naast de te maken advocaatkosten, financiële schade ontstaat hangt af van de vraag of de partij in deze kwestie in het gelijk wordt gesteld.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Wij laten ons adviseren en ondersteunen door onze huisadvocaat
Mogelijke verhoogde instroom van vluchtelingen door Russische inval (oorlog) in Oekraïne (R319)
Diverse programma's (G, K, I)
Een vluchtelingenstroom is op gang gebracht door de Russische inval in Oekraïne. Veel inwoners van Oekraïne zijn hun land al ontvlucht. Een stroom van vluchtelingen is inmiddels in Nederland gearriveerd en er zijn nog vluchtelingen onderweg. Onduidelijk is de omvang van het aantal vluchtelingen waar de gemeente Haarlemmermeer mee te maken krijgt en de daarbij behorende toename aan inschrijving van vluchtelingen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en het ministerie van BZK zijn op dit moment in overleg met elkaar. Dit vanwege de bijzondere situatie waarbij niet uitgesloten kan worden dat er vanuit politiek-bestuurlijke standpunten wijzigingen plaatsvinden. Voor nu geldt dat in alle gevallen de normale procedure rondom inschrijving in de BRP gevolgd moet worden. Dit kan leiden tot verhoogde werkdruk waarbij geen reguliere oplossing kan worden gevonden binnen de huidige dienstverlening. Een maatwerkoplossing is mogelijk benodigd.
Bovendien speelt er een financieel risico in verband met de mogelijke langdurige en kostbare inzet van tolken in dit proces. Bij de najaarsrapportage zal indien nodig financiële bijsturing plaatsvinden.
Sociaal domein - Participatiewet en wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening kunnen duurder uitvallen (R321)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn zogenaamde open-einde regelingen. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke inkomensvoorzieningen onze inwoners nodig hebben.
Door de daling van de koopkracht is het aannemelijk dat meer inwoners een beroep doen om minimaregelingen (bijzondere bijstand) en schuldhulpverlening. Daarnaast bestaat de kans dat het Rijk de uitkeringskosten van de Bbz light en de uitvoeringskosten van de energietoeslag en de Bbz light niet of niet volledig compenseert.
Risico bestaat dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot. Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen in 2023 en daarop volgende jaren voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Sociaal domein - Jeugdwet kan duurder uitvallen (R322)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Jeugdwet is een zogenaamde open- einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is immers niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke zorg onze jeugdigen nodig hebben.
Daarnaast is nog niet in te schatten wat het effect van het opheffen van de coronamaatregelen op de vraag naar zorg betekent. We zien een trendbreuk bij bepaalde zorgcategoriën ten opzichte van afgelopen twee jaar. Het Rijksbeleid op Jeugdzorg en de nog niet vastgestelde Hervormingsagenda Jeugd brengen ook nog onzekerheden met zich mee.
Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor de jeugdzorg voor de jaren 2023 tot en met 2026 van respectievelijk 4,5%, 2%, 2% en 2%. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei en er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen in 2023 en daarop volgende jaren voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Sociaal domein - Wet maatschappelijke ondersteuning kan duurder uitvallen (R323)
Zorg en werk (G4, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke maatschappelijke ondersteuning onze inwoners nodig hebben. Daarnaast is nog niet in te schatten wat het effect van het opheffen van de coronamaatregelen op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning is. We zien vooralsnog geen tempering in de groei van de vraag naar maatschappelijke ondersteuning. Maar eerder een toename bij specifieke doelgroepen als gevolg van het gevoerde beleid van extramuralisering en zo thuis mogelijk de zorg aan te bieden.
Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor de Wmo voor de jaren 2023 tot en met 2026 van respectievelijk 4,5%, 2%, 2% en 2%. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei en er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen in 2023 en daarop volgende jaren voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Exploitatie flexwoningen Sarabande Wonen (R324)
Wonen (G3, K5, I)
Landelijk is een pilot Flexwonen gestart door het Rijk. Flexwoningen bieden ruimte aan spoedzoekers, starters of jongeren (23+) en aan maximaal 50% vergunninghouders waardoor reguliere woningen vaker vrijkomen voor regulier woningzoekenden. Voor de panden aan de Sarabande 7A, de Lutulistraat 140 en de Etta Palmstraat 236-270 is in 2021 een aanbesteding doorlopen voor een exploiterende partij die de Sarabande tevens kan transformeren. Flexwonen NH heeft deze aanbesteding gewonnen en heeft de vergunning voor het verbouwen van het pand aan de Sarabande in oktober 2021 aangevraagd.
Bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag zijn problemen gerezen rond de duur dat het tijdelijke schoolgebouw geëxploiteerd kan worden als flexwoonlocatie. In plaats van de beoogde en overeengekomen 15 jaar, blijkt dit nog maar mogelijk te zijn tot 28 december 2030. Dit komt omdat door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied bij de beoordeling van de vergunningaanvraag is geconstateerd dat het bestaande schoolgebouw al meerdere jaren tijdelijk is vergund op basis van de regels voor bestaande bouw in het Bouwbesluit, en er dus nog maar maximaal 8,5 jaar resteren voor tijdelijk woongebruik. Omdat er met flexwonen een exploitatietermijn is afgesproken van 15 jaar zal een aanvullende opdracht overeen moeten worden gekomen voor een kortere exploitatie periode. Omdat het exacte extra bedrag nog niet bekend is nemen wij dit op als risico. Wij verwachten dat bij de najaarsrapportage dit bedrag bekend is.
Beheersmaatregel: Wegnemen van de risicobron (beheersen).
Er wordt een aanvullende opdracht overeen gekomen voor de kortere exploitatieperiode.
Financiële impact coronamaatregelen
Diverse programma's (G, K, I/S)
De coronacrisis raakt iedereen: onze inwoners, ondernemers, instellingen en de gemeentelijke organisatie. In de aanpak van deze crisis beogen we twee doelen te bewerkstelligen. Allereerst dat we onze gemeentelijke dienstverlening zo goed als mogelijk continueren. Daarnaast willen we de negatieve effecten van de coronacrisis zo veel als mogelijk beperken door het uitvoeren van diverse maatregelen. De maatregelen worden bepaald door in gesprek te blijven met onze inwoners, ondernemers en instellingen op basis van de vragen die zij stellen en de behoeften die zij uiten.
Wat we al wel met zekerheid kunnen voorzien is dat wanneer de aantal besmettingen oplopen, over het algemeen de gemeentelijke inkomsten incidenteel dalen, bijvoorbeeld toeristenbelasting en parkeerbelasting en dat er nog extra uitgaven worden gedaan. Bij de Voorjaarsrapportage 2022 zijn de ramingen op basis van de inzichten op dat moment weer geactualiseerd. De raad is regelmatig geïnformeerd met specifieke brieven en dat zal indien nodig ook door blijven gaan in 2022. We beschouwen deze financiële tegenvallers als incidenteel en verwachten met betrekking tot de inkomstenderving uit 2021 nog compensatie vanuit het Rijk.
De tekorten op korte termijn worden zo goed mogelijk geraamd in de P&C-producten en leiden niet tot een extra risico. Het blijft ingewikkeld om de lange termijn effecten goed in te kunnen schatten.