Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen

Tabel 78 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2021

2022

2023

2024

2025

2026

Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

Baten

207

-

-

-

-

-

Lasten

931

2.053

18.020

23.920

26.932

29.491

Saldo

-724

-2.053

-18.020

-23.920

-26.932

-29.491

Onvoorziene uitgaven

Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag geraamd van € 35.000 per jaar. De post onvoorziene uitgaven is bestemd voor kleine posten die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Hierbij is het uitgangspunt dat deze in eerste instantie binnen de beschikbare budgetten opgevangen moeten worden. Pas in tweede instantie kan de raming voor onvoorziene uitgaven worden benut. Voor relatief grote tegenvallers is de raming voor onvoorziene uitgaven niet bedoeld. Grote tegenvallers komen direct ten laste van het resultaat en de Algemene dekkingsreserve.

Stelposten

In de Programmabegroting 2023-2026 zijn de volgende stelposten geraamd:

Tabel 79 

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

Stelpost volumestijging jeugdzorg en Wmo

2.788

4.078

5.403

6.746

Stelpost areaaluitbreiding openbare ruimte

145

556

1.126

1.906

Stelpost schaalsprong wonen

0

2.000

2.000

2.000

Stelpost bedrijfsvoering

-104

0

-126

-126

Stelposten indexaties

15.727

15.780

15.862

15.862

Stelposten ombuigingen

-150

1.800

1.430

1.430

Stelposten kapitaallasten

-1.971

-2.324

-1.236

-800

Stelposten gemeentefonds

700

700

700

700

Totaal stelposten

17.134

22.590

25.158

27.716

De mutaties op deze stelposten ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2022 staan in het overzicht ‘Verloop stelposten’, in het hoofdstuk Financiële begroting. Conform de Voorjaarsrapportage 2022 is voor de volumegroei jeugdzorg en Wmo voor 2023 rekening gehouden met een groei van 4,5% en voor de jaren 2024 en verder 2%. De stelpost areaaluitbreiding openbare ruimte is gebaseerd op de toename van het aantal woningen waardoor ook het te beheren areaal toeneemt.

Voor het dekken van de kapitaallasten van investeringen in verband met de schaalsprong wonen is vanaf 2024 een stelpost opgenomen. Conform een besluit van de raad bij de vaststelling van de Investeringsstrategie Wonen (2021.0002603) wordt in een begrotingsjaar resterend bedrag van deze stelpost in de jaarrekening van dat jaar gestort in de reserve Schaalsprong.

Zoals gemeld in de brief over de meicirculaire 2022 (X.2022.04126) is de stelpost indexatie met € 6,55 miljoen verhoogd ten opzichte van de aannames in de Voorjaarsrapportage 2022. Dit in verband met de hoge inflatie en als gevolg daarvan hoge loon- en prijsstijgingen.
In de stelpost ombuigingen is vanaf 2024 rekening gehouden met € 2 miljoen voor het verzachten van de ombuigingen. Dit op basis van het coalitieakkoord 2022-2026.

De stelpost kapitaallasten betreft het geraamde voordeel op de investeringen als gevolg van de aanname dat 75% van de geraamde investeringsbedragen gerealiseerd worden. Daarnaast is in deze stelpost ook rekening gehouden met kapitaallasten van nog in het investeringsplan op te nemen investeringen. Dit betreft met name nieuwe investeringen op basis van het coalitieakkoord 2022-2026 zoals voor het Uitvoeringsprogramma mobiliteit en het dynamische Parkeerroute informatiesysteem (PRIS). Als laatste is in deze stelpost rekening gehouden met de hogere kapitaallasten om de indexatie van de investeringskredieten in verband met de hoge inflatie op te vangen.

De stelpost gemeentefonds betreft het nadeel op de inkomsten uit algemene uitkering uit het gemeentefonds in verband met de ontwikkeling van de Woz-waarde van het luchtvaartgebied als gevolg van de coronacrisis. De Woz-waarde van het luchtvaartgebied is als gevolg van de coronacrisis fors verlaagd. Hierdoor is de negatieve inkomstenmaatstaf van de algemene uitkering ook gedaald. De verwachting is dat de Woz-waarde de komende jaren stijgt, als de operaties van de luchtvaartmaatschappijen weer op pre-coronaniveau komen. Met als gevolg dat ook de negatieve inkomstenmaatstaf van de algemene uitkering weer stijgt en het in 2022 geconstateerde incidentele voordeel wegvalt.