Kengetallen schuldpositie
In de notitie meerjarig financieel inzicht voor de raad van de commissie BBV is aangegeven dat de belangrijkste indicatoren en kengetallen van de balans en van de baten en lasten in samenhang dienen te worden gepresenteerd en toegelicht. De ontwikkeling van deze samenhang in de loop van de tijd wordt hierin verwerkt en de trends worden geduid. In de notitie Schuldpositie 2023 heeft de raad besloten drie kernindicatoren schuldpositie aan te wijzen. In de programmabegroting en jaarstukken worden deze aangevuld met een aantal ondersteunende indicatoren, welke de kernindicatoren nuanceren, of in breder perspectief plaatsen. Daar waar het verplichte indicatoren betreft kunnen ook vergelijkende cijfers van het gemiddelde van gemeenten in de categorie 120.000 - 160.000 inwoners worden weergegeven omdat deze informatie wordt gepubliceerd. De onderstaande analyse richt zich op samenhang en trends, de ontwikkeling per kernindicator wordt toegelicht in de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing bij het onderdeel schuldpositie. De toelichtingen op de manier hoe de indicatoren dienen te worden berekend staan in de notitie Schuldpositie 2023.
Bij de kernindicatoren valt op dat twee van de drie kernindicatoren eind 2022 op groen staan. De netto schuldquote is op basis van de werkelijkheid eind 2022 hoger dan gemiddeld, maar bevind zich in de categorie minst risicovol. Deze is zo'n 25% hoger dan bij de gemiddelde gemeente van vergelijkbare omvang. Echter zijn de verschillen binnen de vergelijkingsgroep groot. Gezien de ambities voor groei heeft Haarlemmermeer meer gronden in bezit dan gemiddeld. Eind 2022 bedraagt onze grondexploitatiequote bijna 19%, terwijl de gemiddelde gemeente in deze categorie zo'n 7% heeft. De hogere netto schuldquote wordt hier dan al voor een groot deel door verklaard. De solvabiliteit bevind zich in oranje (neutraal), dichtbij het gemiddelde. Hierdoor heeft Haarlemmermeer een solide financiele positie in tijden van financiële tegenspoed. De weerstandsratio bevestigt dit beeld. Na de daling in 2022 als gevolg van de dekking van de bijdrage in de omlegging van de A9, stijgt deze in 2023 weer als gevolg van de storting van het rekeningresultaat van 2022 in de Algemene Dekkingsreserve. De indicator lasten schuldpositie bevindt zich eind 2022 in de categorie minst risicovol.
Op de langere termijn bewegen de netto schuldquote en de solvabiliteit zich in de categorie neutraal (oranje). De lasten schuldpositie blijft gedurende het gehele meerjarenbeeld op groen. Hieruit blijkt dat de schuld betaalbaar blijft, ook al komt de netto schuldquote aan het eind van het meerjarenbeeld in de categorie meest risicovol. Dit wordt met name veroorzaakt door de voorgenomen investeringen. We zien namelijk dat de ratio grondexploitatie afloopt. Ook kan de stijging niet verklaard worden vanuit de exploitatie, de indicator structurele exploitatieruimte toont zich tot en met 2025 positief. Vanwege de terugval van middelen uit het gemeentefonds beweegt deze indicator vanaf 2026 wel in het rood. Met twee kernindicatoren die zich binnen oranje bewegen is waakzaamheid voor de hoogte van de schuld wenselijk, maar er is nog geen reden tot noodzakelijk ingrijpen op hoogte van de schuld. Uit de analye bij de notitie Schuldpositie 2023 is daarbij gebleken dat de kengetallen, zeker in de laatste jaarschijven, onzekerheid vertonen en in de praktijk, ondanks zorgvuldige ramingen, door diverse oorzaken beter uitvallen dan ingeschat.
Dit is overigens een beeld dat we ook bij de vergelijkingsgroep terug zien, de netto schuldquote van de vergelijkingsgroep maakt tussen 2022 en 2023 een opvallend grote sprong doordat 2023 gebaseerd is op begrotingscijfers van deze gemeenten. De overige ondersteunende indicatoren staan nog op neutraal of groen. De lage gemiddelde rente op de bestaande leningenportefeuille (1,53% bij de Jaarstukken 2022) en het weerstandsvermogen van de gemeente maken dat de last van de schuld op de langere termijn houdbaar is en blijft. De spreiding binnen de leningenportefeuille voorkomt dat de gemeente kwetsbaar is voor een renteschok. Dit blijkt ook uit de ruimte die er is tot de renterisiconorm. Met de stijgende rentes sinds het begin van 2022 zal ook Haarlemmermeer in de toekomst rekening moeten houden met extra lasten. De exploitatie was de afgelopen jaren meer dan sluitend, maar de langjarige trend beweegt zich nu richting de categorie meest risicovol. De daling van de inkomsten vanuit het gemeentefonds vanaf 2026 maakt dat er gestart wordt met een proces om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief.