Onderdeel B: Uitkeringen gemeentefonds

Tabel 75 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2022

2023

2024

2025

2026

2027

Onderdeel B: Uitkeringen Gemeentefonds

Baten

267.285

252.438

269.900

272.700

254.700

253.600

Lasten

-

-

-

-

-

-

Saldo

267.285

252.438

269.900

272.700

254.700

253.600

Toelichting

De uitkeringen uit het gemeentefonds laten in vergelijking met de Voorjaarsrapportage 2023 het volgende beeld zien:

Tabel 76

Omschrijving (bedragen x € 1.000; min = nadeel)

2024

2025

2026

2027

Voorjaarsrapportage 2023

269.361

273.761

256.661

255.361

Mutaties meicirculaire 2023 (zie brief X.2023.03889)

539

-1.061

-1.961

-1.761

Programmabegroting 2024-2027

269.900

272.700

254.700

253.600

Mutaties meicirculaire

Een deel van de mutaties ten opzichte van de voorjaarsrapportage betreft de ontwikkeling van het accres, de uitkeringsbasis en hoeveelheidsverschillen. Verder wordt de ruimte onder het plafond van het BTW compensatiefonds hoger ingeschat, wat een voordeel geeft.
Op basis van de Voorjaarsnota 2023 van het Rijk zijn de accressen bijgesteld, deze zijn berekend conform de systematiek zoals vastgesteld in het coalitieakkoord van het Rijk. Voor 2023 tot en met 2025 wordt de bestaande normeringssystematiek toegepast (trap-op-trap-af). Vanaf 2026 is het accres vastgezet op een plus van € 1 miljard bovenop de stand van de Miljoenennota 2022. Bij de septembercirculaire heeft het Kabinet aanvullend eenmalig € 1 miljard voor gemeenten beschikbaar gesteld voor 2026. De terugval in de middelen van het gemeentefonds bedroeg ongeveer € 4 miljard, na verrekening van deze compensatie € 3 miljard. In deze meicirculaire komt dit bedrag vanaf 2027 structureel beschikbaar. Door deze besluiten van het Kabinet Rutte IV is het accres in 2026 en 2027 fors lager dan de jaren daarvoor.
In 2025 is sprake van een incidenteel nadeel omdat het Rijk een besparing van € 500 miljoen heeft ingeboekt op de kosten van de jeugdzorg. Deze besparing is gekort op de algemene uitkering. Tegenover dit nadeel is een taakstelling geraamd op de kosten van de jeugdzorg in het programma Zorg en werk van € 3,3 miljoen. De verantwoordelijkheid voor de realisatie van deze taakstelling ligt bij het Rijk.

Voordelen als gevolg van taakmutaties komen ten gunste van het betreffende beleidsdoel, ter uitvoering van de extra lasten van de betreffende taak. Bij een nadeel wordt het budget van het betreffende beleidsdoel verlaagd. In de meicirculaire waren de volgende taakmutaties opgenomen:

Tabel 77

Omschrijving (bedragen x € 1.000; min = nadeel)

2024

2025

2026

2027

Loon- en prijsbijstelling 2023 participatie

37

40

Integraal Zorgakkoord (WMO abonnementstarief)

618

598

593

Terugdraaien eigen bijdrage huishoudelijke hulp WMO

553

536

532

Herinvoering eigen bijdrage WMO

-1.248

-1.239

Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslag

27

28

27

26

Handhaving energielabel C kantoren

5

5

-5

-4

Wet goed Verhuurderschap

4

5

5

5

Voorschoolse voorziening peuters

6

6

6

6

BRP: centralisering inschrijving vergunninghouders

-26

-26

-26

-26

Jeugdhulp kinderen in een AZC

28

28

28

28

Armoedebestrijding kinderen

54

54

54

54

Participatie (IU)

209

191

163

191

Totaal taakmutaties

344

1.502

138

166

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de brief aan de raad over de meicirculaire 2023 (X.2023.03889).