Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen
Tabel 79 Wat mag het kosten?
(Bedragen × € 1.000) | JR2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen. | Baten | 148 | - | - | - | - | - |
Lasten | 2.464 | 7.736 | 29.854 | 31.270 | 34.792 | 38.727 | |
Saldo | -2.316 | -7.736 | -29.854 | -31.270 | -34.792 | -38.727 |
Onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag geraamd van € 35.000 per jaar. De post onvoorziene uitgaven is bestemd voor kleine posten die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Hierbij is het uitgangspunt dat deze in eerste instantie binnen de beschikbare budgetten opgevangen moeten worden. Pas in tweede instantie kan de raming voor onvoorziene uitgaven worden benut. Voor relatief grote tegenvallers is de raming voor onvoorziene uitgaven niet bedoeld. Grote tegenvallers komen direct ten laste van het resultaat en de Algemene dekkingsreserve.
Stelposten
In de Programmabegroting 2024-2027 zijn de volgende stelposten geraamd:
Tabel 80
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Stelpost areaalsystematiek groei van de gemeente | 2.184 | 4.095 | 6.527 | 9.862 |
Stelpost volumegroei jeugdzorg en Wmo | 645 | 1.308 | 1.979 | 2.650 |
Stelpost schaalsprong wonen | 1.998 | 1.995 | 1.970 | 1.943 |
Stelpost bedrijfsvoering | 0 | -126 | -126 | -126 |
Stelpost versterking organisatie | -444 | 790 | 790 | 790 |
Stelpost indexaties | 26.122 | 26.303 | 26.323 | 26.332 |
Stelpost kapitaallasten | -448 | -2.619 | -2.195 | -2.248 |
Stelpost ombuigingen | -200 | -475 | -475 | -475 |
Totaal stelposten | 29.856 | 31.272 | 34.794 | 38.729 |
De mutaties op deze stelposten ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2023 staan in het overzicht ‘Verloop stelposten’, in het hoofdstuk Financiële begroting.
Bij de vaststelling van de Voorjaarsrapportage 2023 (7735887) is besloten een areaalsystematiek in te voeren om de stijging van de lasten als gevolg van de groei van de gemeente te verwerken in het meerjarenbeeld. De areaalsystematiek brengt de financiële impact van de autonome groei op de primaire processen, waarbij de gehele begroting wordt betrokken, in beeld. Middels de stelpost 'areaalsystematiek groei van de gemeente' zijn de hogere lasten geraamd in het meerjarenbeeld. In de Voorjaarsrapportage 2024 wordt de stelpost bijgesteld op basis van de werkelijke groei in 2023 en volgt besluitvorming over toekenning van budgetten aan de verschillende programma's/beleidsdoelen.
Voor de volumegroei jeugdzorg en Wmo voor de huidige inwoners is rekening gehouden met een groei van 1% voor de jaren 2024 en verder. De hogere lasten als gevolg van de volumegroei door de stijging van het aantal inwoners is verwerkt in de areaalsystematiek groei van de gemeente.
Voor het dekken van de kapitaallasten van investeringen in verband met de schaalsprong wonen is vanaf 2024 een stelpost opgenomen. Conform een besluit van de raad bij de vaststelling van de Investeringsstrategie Wonen (2021.0002603) wordt in een begrotingsjaar resterend bedrag van deze stelpost in de jaarrekening van dat jaar gestort in de reserve Schaalsprong.
Een deel van de middelen voor de versterking van de organisatie, die beschikbaar zijn gesteld op basis van het coalitieakkoord 2022-2026, is nog niet toegewezen voor de jaren 2025 en verder. Hiervoor wordt later de afweging gemaakt waar een verdere versterking het meest noodzakelijk is. Voor 2024 is iets meer formatie toegekend dan er middelen beschikbaar zijn. De verwachting is dat dit nadeel wordt goedgemaakt uit vacatureruimte.
De stelpost indexering is gebaseerd op de in de Voorjaarsrapportage 2023 vastgestelde indexeringen. In de paragraaf 'Grondslagen begroting' zijn deze vermeld.
De stelpost kapitaallasten betreft het geraamde voordeel op de investeringen als gevolg van de aanname dat 65% van de geraamde investeringsbedragen gerealiseerd worden. Daarnaast is in deze stelpost rekening gehouden met de hogere kapitaallasten om de indexatie van de investeringskredieten in verband met de hoge inflatie op te vangen.
Een deel van de ombuigingen kan nog niet worden geraamd op concrete begrotingsposten en zijn daarom als stelpost geraamd. Dit betreft:
besparing door meer te werken met vaste medewerkers in plaats van inhuur (€ 200.000 vanaf 2024)
besparing door digitalisering, automatisering en robotisering (deels gerealiseerd, nog € 86.000 vanaf 2025)
het versoberen van taken in het primaire proces (€ 189.000 vanaf 2025).