Beleidsdoel B: Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning met verblijf.

Wat willen wij bereiken en wat gaan wij daarvoor doen?

Voor sommige inwoners, jeugdigen of volwassenen, is (zelfstandig) thuis wonen op een gegeven moment niet meer mogelijk. Inwoners die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen, willen we een zo thuis mogelijke plek (bij voorkeur in de eigen omgeving) geven, om op te groeien en/of toe te werken naar zelfstandigheid. Voor jeugdigen kiezen we zo veel als mogelijk voor opvang in een gezinssituatie (zoals pleegzorg of een gezinshuis) boven verblijf en behandeling in een instelling.

Dit beleidsdoel heeft vooral raakvlakken met drie van de vier overkoepelende thema's in het sociaal domein: meedoen stimuleren, bestaanszekerheid herstellen en kansengelijkheid vergroten.

Activiteiten

1. Jeugd
  • Een algemene tendens is dat het aantal jeugdigen met verblijf blijft dalen en dat de kosten per jeugdigen, door intensievere vormen van jeugdhulp, blijven stijgen. Hierbij zijn beleidsdoel A en B communicerende vaten en kunnen we deze niet los van elkaar zien. Landelijk beleid is dat jeugdigen met complexe problematiek niet meer mogen opgroeien in een grootschalige, gesloten voorziening. Dit beleid geven wij op de schaal van Noord-Holland vorm binnen een ‘Thuis voor Noordje’. In 2025 zetten we deze ontwikkeling voort, door het ontwikkelen van kleinschalige voorzieningen en door het versterken van ambulante jeugdhulp binnen een gezin (beleidsdoel A).

2. Wmo
  • Samen met aanbieders zorgen we voor de doorontwikkeling van het aanbod van kortdurend verblijf. Kortdurend verblijf is één van de ondersteuningsvormen voor ontlasting van mantelzorgers, zodat inwoners langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. De afgelopen jaren is hier zeer beperkt gebruik van gemaakt, terwijl er wel vraag naar is. Met de doorontwikkeling willen we het aanbod van zorg beter aan laten sluiten bij de behoefte van inwoners.

  • We maken lokaal beleid voor het terugdringen van dakloosheid, mede op basis van het Nationaal Actieplan Dakloosheid. Het actieplan bestaat uit zes actielijnen, waaronder ‘Wonen eerst’. Als experiment plaatsen we daklozen direct in een woning in plaats van een route via de maatschappelijke opvang. Hiervoor maken we gebruik van een deel van de 45 plekken die gereserveerd zijn voor de Opstapregeling.

  • We nemen deel aan de (regionale) bestuurlijke leertafel Zorg en Veiligheid. Als gemeente voerden we een actieonderzoek uit met als centrale vraag: ‘Hoe kunnen we de verantwoordelijkheden voor casuïstiek in de overgang van zorg- naar veiligheidsvraagstukken goed beleggen in onze organisatie?’ Dit heeft geresulteerd in het gezamenlijk invulling geven aan de Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE) voor het organiseren van casusregie op het snijvlak van zorg en veiligheid, daar waar het complexe problematiek betreft.

  • We bereiden onze organisatie verder voor op de doordecentralisatie van Beschermd wonen en werken samen met aanbieders aan de doorontwikkeling van het aanbod.

Figuur 3

De grafiek Prijs per unieke client uit Figuur 3 ontstaat uit de volgende berekening: totale kosten jeugdzorg met verblijf gedeeld door het aantal unieke jeugdigen uit de jeugdzorgadministratie. De grafiek laat een stijgende trend zien onder andere door de landelijk trend naar kleinschalige zorg. Vanaf 2023 wordt dit zichtbaar in de kosten per jeugdige. Daarnaast is er ook geïndexeerd. In de komende jaren wordt hier ook rekening mee gehouden.

De grafiek Aantal weken in jeugdzorg op jaarbasis uit Figuur 3 ontstaat uit de volgende berekening: jeugdigen per jaar delen door unieke jeugdige per maand voor jeugdzorg met verblijf maal 52 weken. Het verloop van het aantal weken varieert doordat de crisisplaatsingen per jaar een wisselende duur hebben.

Tabel 23 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2023

2024

2025

2026

2027

2028

Beleidsdoel B: Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning met verblijf.

Baten

869

225

229

232

236

236

Lasten

13.330

14.434

15.450

15.450

15.450

15.448

Saldo

-12.461

-14.209

-15.222

-15.218

-15.214

-15.212

Uitsplitsing baten en lasten naar taakveld

Bedragen x € 1.000

JR2023

2024

2025

2026

2027

2028

Baten

6.762 - Jeugdhulp met verblijf regionaal

456

0

0

0

0

0

6.812 - Maatschappelijke - en vrouwenopvang (Wmo)

413

225

229

232

236

236

Totaal baten

869

225

229

232

236

236

Lasten

6.714 – Overige maatwerkarrangementen (Wmo)

6

10

11

11

11

11

6.762 - Jeugdhulp met verblijf regionaal

11.496

13.057

14.515

14.515

14.515

14.516

6.763 - Jeugdhulp met verblijf landelijk

566

600

636

636

636

636

6.811 - Beschermd wonen (Wmo)

345

0

0

0

0

0

6.812 - Maatschappelijke - en vrouwenopvang (Wmo)

434

272

288

288

288

285

6.92 - Coördinatie en beleid Jeugd

483

495

Totaal lasten

13.330

14.434

15.450

15.450

15.450

15.448

Saldo

-12.461

-14.209

-15.222

-15.218

-15.214

-15.212

Toelichting op de verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar

Verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting
(bedragen × € 1.000; min = nadeel )

2025

2026

2027

2028

Baten

Overig

4

4

4

-

Totaal Baten

4

4

4

-

Lasten

1. Indexatie en volumegroei

-866

-

-

-

2. Crisisopvang

-630

-

-

-

3. Gewijzigde verdeling van personeelslasten

495

-

-

-

Overig

-16

0

-0

2

Totaal Lasten

-1.017

0

-0

2

Lasten

1. Als gevolg van de indexatie en de volumestijging zijn de budgetten voor de jeugdzorg en de Wmo hoger in 2025. De volumestijging betreft de groei van het beroep op de jeugdzorg en de Wmo door de huidige inwoners.

2. Het budget voor crisisopvang is binnen het programma Zorg en werk verplaatst van beleidsdoel A naar beleidsdoel B.

3. Als gevolg van de gewijzigde verdeling van personeelslasten over de beleidsdoelen is sprake van een lagere doorbelasting in 2025 op dit beleidsdoel. De personele lasten zijn doorbelast op beleidsdoel A.