Beleidsdoel B: Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning met verblijf.

Wat willen wij bereiken en wat gaan wij daarvoor doen?

Het doel is dat inwoners zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Wij leveren zorg en ondersteuning thuis aanvullend op wat het eigen netwerk van de inwoner biedt. Voor sommige inwoners is zelfstandig thuis wonen op een gegeven moment niet meer mogelijk. Indien volwassenen permanent niet meer thuis kunnen wonen en in een instelling moeten worden opgenomen, vallen zij onder de Wet langdurige zorg (Wlz).

Op het gebied van de jeugdhulp zorgen we voor een dekkend en kwalitatief aanbod voor residentiële hulp. We versterken de kracht van ouders, jeugdigen en hun sociale omgeving door opvoedprogramma's en het versterken van respijtzorg. Ons uitgangspunt is residentiële hulp zoveel mogelijk naar ambulante hulp en deeltijdvarianten om te bouwen. Als hulp met verblijf noodzakelijk is, heeft opvang in een gezinssituatie (zoals pleegzorg of een gezinshuis) altijd de voorkeur boven verblijf en behandeling in een instelling. Voor de continuïteit van zorg aan jeugdigen die volwassen worden, besteden we specifiek aandacht aan jeugdigen die na een verblijf in een residentiële instelling terugkeren naar Haarlemmermeer.

We bereiden ons in 2022 voor op de inkoop van zorg in 2023. Ook in de nieuwe inkoopperiode zijn de doelstellingen in het sociaal domein leidend. De ervaringen die we tot nu toe hebben opgedaan, geven tevens input aan de nieuwe aanbesteding: in het kader van de Jeugdwet (gunning per 1 januari 2023) en in het kader van de Wmo (gunning per 1 juli 2023).

De gemeente Haarlem is als centrumgemeente verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Vanaf 2022 zijn gemeenten al verplicht samen beslissingen te nemen over beschermd wonen (zie ook de inleiding op dit Programma). Wij zijn zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van dakloosheid, het ondersteunen van maatschappelijk herstel en goede nazorg bij uitstroom uit intramurale voorzieningen.

Activiteiten

  1. Voorzien in pleegzorg en gezinshuizen
  2. Bieden van residentiële hulp of behandeling
  3. Voorzien in gesloten jeugdhulp
  4. Voorzien in beschermd wonen en maatschappelijke opvang
  5. Kortdurend verblijf organiseren

Toelichting

1. Voorzien in pleegzorg en gezinshuizen

Het is van belang dat jeugdigen die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen, een zo thuis mogelijke plek krijgen om op te groeien, zoals bij een pleeggezin of een gezinshuis. Gezinshuizen zijn bedoeld voor jeugdigen met vaak meerdere en ingewikkelde problemen. In een gezinshuis woont een maximaal aantal jeugdigen samen met een of beide betaalde opvoedouder(s), die voor verzorging, opvoeding en behandeling zorgen. Er zijn verschillende vormen van pleegzorg: voor korte of voor langere tijd, zeven dagen per week of een dag(deel) per week, voor weekenden en vakanties of tijdens crisissituaties. Pleegouders krijgen de begeleiding en ondersteuning die zij nodig hebben van de pleegzorgaanbieder. In 2022 blijft het voor pleegouders mogelijk om trainingen te volgen bij andere aanbieders. Hiermee krijgen ze toegang tot een breder trainingsaanbod. Als gemeente blijven we de wervingsactiviteiten voor pleeggezinnen ondersteunen die gezamenlijk door de aanbieders worden georganiseerd.

2. Bieden van residentiële hulp of behandeling

Ons uitgangspunt is dat kinderen die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen, zo veel mogelijk in een ‘zo thuis als mogelijke‘ woonvorm worden opgevangen. Als dit niet mogelijk is, is residentiële zorg nodig waar zij de begeleiding en/of behandeling krijgen die nodig is, waarbij alle benodigde disciplines zijn betrokken en wordt gestuurd op nauwe samenwerking tussen de zorgaanbieders met het oog op integrale zorg. Haarlemmermeer werkt samen met zeven andere jeugdzorgregio’s, aanbieders en de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs in Noord-Holland om dit ook voor de meest kwetsbare jeugdigen te realiseren. Het Rijk heeft daarnaast de opdracht voor het ontwikkelen van een regionaal expertisenetwerk geconcretiseerd door een aantal eisen aan de toegang te stellen. In 2022 is helder hoe Haarlemmermeer deze eisen gaat implementeren. Het Rijk heeft daarnaast aan Amsterdam de opdracht gegeven om voor Noord-Holland een bovenregionaal expertisenetwerk op te zetten. Naar dit netwerk kan vanuit het regionale netwerk worden opgeschaald.

3. Voorzien in gesloten jeugdhulp

Gesloten jeugdhulp is een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt, om te voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of onttrokken wordt aan de hulp die hij nodig heeft. Het heeft als doel jeugdigen met ernstige gedragsproblemen te behandelen en dusdanige gedragsverandering te bewerkstellingen dat de jeugdige weer kan deelnemen aan de maatschappij. Al enkele jaren neemt het aantal jeugdigen in gesloten jeugdhulp landelijk af. Dit is voor het Rijk aanleiding geweest om financiering beschikbaar te stellen om het vastgoed van de gesloten jeugdhulp aanbieders te transformeren van grootschalige voorzieningen naar meer kleinschalige en regionale voorzieningen mits dit veilig kan. Deze transformatie wordt mede vormgegeven in samenwerking met zeven andere jeugdzorgregio’s in Noord-Holland, de aanbieders en de samenwerkingsverbanden van het voortgezet onderwijs. Onze jeugdzorgregio zit al een aantal jaar onder het landelijke gemiddelde wat betreft het aantal jeugdigen in een gesloten instelling.

4. Voorzien in beschermd wonen en maatschappelijke opvang

De centrumgemeente Haarlem is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Wij zijn zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van dakloosheid, het ondersteunen van maatschappelijk herstel en goede nazorg bij uitstroom uit intramurale voorzieningen. Op dit moment keert het Rijk de middelen voor beschermd wonen uit aan de centrumgemeente Haarlem. Het Rijk is voornemens per 1 januari 2023 de middelen voor beschermd wonen uit te keren aan alle gemeenten afzonderlijk, volgens een nieuw verdeelmodel. Vooruitlopend op het nieuwe verdeelmodel zijn gemeenten in een regio al vanaf 1 januari 2022 verplicht samen de beslissingen te nemen over beschermd wonen. Hiervoor worden in de regio afspraken uitgewerkt, met betrekking tot de gewenste samenwerking(svorm) in de regio, het onderscheid tussen regionale en lokale voorzieningen voor beschermd wonen, de toegang tot deze voorzieningen en de financiering en inkoop van de gezamenlijke voorzieningen. Hierover vindt in 2021 besluitvorming plaats. De decentralisatie van de maatschappelijke opvang is uitgesteld tot na 2025.

Op basis van de positieve ervaringen in 2019 en 2020 is besloten de Opstapregeling met een aantal aanpassingen te verlengen. Bovendien is de Opstapregeling opengesteld voor twee nieuwe doelgroepen, 1) GGZ-cliënten en cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) in een verstoorde thuissituatie en 2) ex-gedetineerden, die ondersteuning nodig hebben om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Het komende jaar verkennen we samen met onze partners of een aanvullende regeling mogelijk is voor cliënten die meer of andere begeleiding nodig hebben dan nu op grond van de Opstapregeling geboden kan worden.

5. Kortdurend verblijf organiseren

Wij stellen bij een aantal zorgaanbieders logeeropvang (respijtzorg) beschikbaar voor jeugdigen en volwassenen met beperkingen die nog thuis wonen. Hierdoor kunnen mantelzorgers tijdelijk ontlast worden, waardoor zij uiteindelijk hun mantelzorgtaken langer vol kunnen houden. Wij zorgen dat er voldoende aanbod beschikbaar is om aan onze wettelijke taak te voldoen. Daarnaast zetten we in op de doorontwikkeling van kortdurend verblijf zodat deze vorm van ondersteuning beter aansluit bij de behoefte van jeugdigen en volwassenen met beperkingen en hun mantelzorgers. We trekken hierin samen op met de verantwoordelijke organisaties van kortdurend verblijf vanuit overige wetgeving om gezamenlijk een passend aanbod te bieden.

Tabel 24 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2020

2021

2022

2023

2024

2025

Beleidsdoel B: Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning met verblijf.

Baten

12

19

-

-

-

-

Lasten

11.158

11.597

12.024

12.038

12.038

12.037

Saldo

-11.146

-11.578

-12.024

-12.038

-12.038

-12.037

Toelichting op de verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar

Verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting
(bedragen × € 1.000; min = nadeel )

2022

2023

2024

2025

Baten

Overig

-19

-

-

-

Totaal Baten

-19

-

-

-

Lasten

Woonplaatsbeginsel Voogdij 18+

-1.268

-

-

-

Transformatiefonds

584

-

-

-

Maatschappelijke opvang Wmo cliënten

172

-

-

-

Overig

85

-14

-

1

Totaal Lasten

-428

-14

-

1

Lasten

Per 1 januari 2022 verandert het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet. Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente (financieel) verantwoordelijk is. Het huidige woonplaatsbeginsel is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel gaat uit van de woonplaats waar de jeugdige staat ingeschreven op het moment van de zorgvraag. Via de meicirculaire 2021 gemeentefonds heeft het Rijk middelen beschikbaar gesteld om de kosten die met deze wijziging gemoeid zijn te kunnen dekken.

23 november 2018 is bekend geworden dat onze aanvraag uit het transformatiefonds Jeugd door het Ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport (VWS) is gehonoreerd. Het transformatieplan heeft plaatsgevonden van 2019 tot en met 2021.

Economisch daklozen, niet-zijnde inwoners met OGGZ-problematiek, worden onder zeer bijzondere omstandigheden geplaatst in hotels en vakantieparken. Deze kosten kwamen in het verleden ten laste van de bijzondere bijstand. Inmiddels vangen wij deze inwoners in 2020 en 2021 zo veel mogelijk op in de Etta Palmstraat te Hoofddorp, waar zij op basis van een Wmo-beschikking verblijven en een eigen bijdrage betalen. De inwoners in kwestie ontvangen trajectbegeleiding, onder andere voor het vinden van geschikte woonruimte die zich mogelijk in een andere gemeente bevindt. De kosten voor de huur van negen woningen in de Etta Palmstraat en de trajectbegeleiding komen in 2020 en 2021 incidenteel ten laste van het Wmo-budget. In 2021 vindt er een evaluatie plaats met betrekking tot de Etta Palmstraat, waaronder het gebruik voor opvang op Wmo-beschikking.