Beleidsdoel A: De ruimtelijke omgeving is het resultaat van een zorgvuldige afweging om het welzijn van de inwoners, ondernemers, werkenden, bezoekers en recreanten te vergroten.

Wat willen wij bereiken en wat gaan wij daarvoor doen?

Door het actief betrekken van inwoners en ondernemers bij ruimtelijke ontwikkelingen en het creëren van draagvlak bij direct belanghebbenden, maken we ruimtelijke plannen die voorzien in een stabiel evenwicht tussen diverse ruimtelijke spanningsvelden. Werken en wonen, wonen en recreëren, winkelen en wonen, uitgaan en wonen, vermaakbehoeften van diverse leeftijdscategorieën, alles moet in samenhang worden gebracht waarbij het welzijn voorop staat in de afweging van het algemeen belang. Wij staan hierbij een gebiedsgerichte aanpak voor, waarbij per gebied, samen met de in het gebied betrokkenen, integrale visies en plannen kunnen worden gemaakt. Ruimtelijke kwaliteit en een goed en gezond leefmilieu zijn daarbij onze uitgangspunten.

Activiteiten

  1. Implementeren van de Omgevingswet

  2. Versterken van ruimtelijke kwaliteit

  3. Samen met Rijk en Metropoolregio Amsterdam werken aan een leefbare en duurzame regio

  4. Ontwikkelen van woningbouwlocaties

  5. Ontwikkelen van Spoorzone Hoofddorp

  6. Ontwikkeling van stadscentrum Hoofddorp

  7. Nieuw perspectief voor Rijsenhout

Toelichting

1. Implementeren van de Omgevingswet

De Omgevingswet brengt een grote stelselwijziging in het omgevingsrecht en een nieuwe manier van werken in de ontwikkeling en het beheer van de fysieke leefomgeving. De reikwijdte van de wet strekt zich uit van strategische visie, gebiedsontwikkeling en beheer tot vergunningverlening, handhaving en toezicht en de bijbehorende informatievoorziening en dienstverlening. De impact van de wet is daarmee groot. De invoeringsdatum van deze wet is 1 januari 2024.

Na de vaststelling van de Omgevingsvisie Haarlemmermeer 2040 zijn er drie belangrijke producten te onderscheiden waar we de komende jaren nog aan werken: het omgevingsplan, de omgevingsvergunning en het omgevingsloket.

  • Bij inwerkingtreding van de wet zullen de bestaande bestemmingsplannen tezamen het nieuwe omgevingsplan vormen. De ambitie is om het Haarlemmermeerse omgevingsplan stapsgewijs binnen drie jaar vast te stellen. Hiervoor is voor 2024, 2025 en 2026 budget toegekend.

  • Als de wet van kracht wordt, geldt een standaard vergunningsverleningsprocedure van acht weken en moet er afgestemd worden met andere overheden. Er vinden pilots plaats en onderzoeken naar het efficiënter inrichten van het proces.

  • Bij de start van de wet is de informatie over de fysieke leefomgeving digitaal toegankelijk voor iedereen via het landelijke Omgevingsloket. Dit vraagt om standaardisatie van gegevens en het maken van diverse ICT-koppelingen. Daar waar de landelijke ontwikkelingen al zover zijn, zijn wij al aangesloten op het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De doorontwikkeling van het landelijke DSO loopt door na de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

2. Versterken van ruimtelijke kwaliteit

Belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit in onze gemeente. In de Omgevingsvisie Haarlemmermeer 2040 doen we daar al uitspraken over. De Omgevingsvisie moet een goede vertaling krijgen naar regels voor het beoordelen van bouwinitiatieven in het Omgevingsplan. De Omgevingsvisie is voor een directe vertaling te veel op hoofdlijnen. Daarom hebben we een aantal kaders opgesteld om de ruimtelijke kwaliteit duiding te geven, zoals de Verdichtingsvisie Haarlemmermeer 2040 en de Visie Polderlinten en beeldkwaliteitsplan voor de erven. Voor de komende jaren hebben we de ambitie om veel woningen te bouwen met de daarbij behorende voorzieningen en infrastructuur. Om de leefbaarheid daarbij op peil te houden en te verbeteren is het van belang om ook de komende jaren goede beleidskaders te hebben om de ruimtelijke kwaliteit te duiden.

Daarvoor stellen we een Nota Omgevingskwaliteit op. Dit is een paraplunota waar alles bij elkaar komt, bestaand en toekomstig beleid, om regie te kunnen voeren op de samenhang en vanuit de integraliteit de stap naar beoordelingsregels voor het Omgevingsplan te kunnen maken. Hiermee zijn wij beter in staat om nieuwe bouwinitiatieven vanuit een integraal kader te inspireren, te adviseren en te toetsen. Het benutten en behouden van de dragers van gemeente Haarlemmermeer: het verkavelingspatroon, de polderdijken, het agrarische karakter en de historische landschappen zijn daarbij leidend.

3. Samen met Rijk en Metropoolregio Amsterdam werken aan een leefbare en duurzame regio

Na instemming van de raad met het Verstedelijkingsconcept Metropoolregio Amsterdam (MRA) in januari 2022 is door de MRA de afgelopen periode ingezet op een programmatische aanpak van de inzet van geld voor mobiliteit gekoppeld aan woningbouw.

Gezien de verschillende knelpunten bij woningbouwgebieden zijn er veel onzekerheden of een project door kan gaan of niet. Het kunnen schuiven van middelen kan dan bijdragen aan inzet op die projecten die het meest kansrijk zijn. Samen met het Rijk wordt onderzocht wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om hier invulling aan te geven. In het Bestuurlijk Overleg (BO) Leefomgeving van juni 2023 is hierover het gesprek gevoerd. Daarnaast blijft de insteek om aandacht te vragen voor alle randvoorwaarden die gekoppeld zijn aan woningbouw (we realiseren complete steden). Waarbij we bij het Rijk aandringen om te komen tot een meer integrale aanpak.

Met de Ruimtelijke Ordeningsbrief van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (17 mei 2022) is duidelijk geworden dat in de MRA vijf Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX)-gebieden liggen. De regie voor deze ruimtelijke puzzel is bij de provincies gelegd.

Aan de Verstedelijkingsstrategie wordt verder vormgegeven binnen de NOVEX MRA. Dit biedt een kader voor de uitvoering in de andere NOVEX-gebieden. Belangrijke onderdelen hierbij zijn:

  • Het ombuigen van de strategie binnen de NOVEX aanpak waarbij gewerkt wordt aan een uitvoeringsprogramma en een regionale investeringsstrategie;

  • Inhoudelijke uitwerking van de verschillende onderdelen die mede onder de Verstedelijkingsstrategie vallen.

4. Ontwikkelen van woningbouwlocaties

De druk op de woningmarkt in onze regio blijft onverminderd hoog en vanuit deze opgave zijn wij in 2017 gestart met de versnelling van de woningbouw voor de gebiedsontwikkeling van Lisserbroek Noord, Nieuw-Vennep West, Cruquius-Zwaanshoek en de transformatielocaties Cruquius-Bennebroekerdijk, Hoofddorp Noord en Pionier-Bolsterrein. In 2022 heeft de gemeenteraad de Investeringsstrategie Schaalsprong wonen vastgesteld. Elke twee jaar wordt deze geactualiseerd. Op 30 mei 2023 heeft ons college de eerste actualisatie van de Investeringsstrategie Schaalsprong wonen vastgesteld en ter bespreking aangeboden aan de raad, waarbij ook Spoorzone Hoofddorp onderdeel is geworden van de Schaalsprong. Ook zijn er focus- en potentiegebieden voor woningbouwontwikkeling onderscheiden. In de Bouwmonitor die tweemaal per jaar aan de gemeenteraad wordt aangeboden, wordt de voortgang van de Woningproductie in beeld gebracht. In het voorjaar 2023 is de Bestuurlijke voortgangsrapportage Wonen gecombineerd met de Bouwmonitor (X.2023.01233). De MRA Woondeal is op 15 maart 2023 ondertekend. Daarin zijn afspraken over de woningproductie vastgelegd.

De gebiedsontwikkeling van de versnellings- en transformatielocaties bevinden zich nu in verschillende fases:

  • Voor de versnellingslocaties van Lisserbroek Turfspoor en Lisserbroek Noord zijn de intentieovereenkomsten verlengd en is de woningbouwimpuls (WBI) aanvraag 3e tranche door het ministerie van BZK in december 2021 afgewezen. In 2022 is in het kader van BO Mirt een subsidie toegekend voor een fietspad. De ontwikkelaars onderzoeken een haalbaar aangepast voorstel om woningbouw te kunnen ontwikkelen. Gestreefd wordt naar ondertekening van een anterieure overeenkomst in 2023 en de brede consultatie met het dorp over gebiedsenveloppe en essentiekaarten worden voorbereid. Er wordt gestreefd naar besluitvorming door de raad in 2024. Ook wordt de juridisch planologische procedure voorbereid.

  • Voor Nieuw-Vennep West loopt de intentieovereenkomst tot juli 2023. Een verlenging voor de komende jaren wordt voorbereid. In het gezamenlijk proces met het Rijk wordt aanvullend verkeersonderzoek verricht en de programmatisch, landschappelijke, stedenbouwkundige en financiële kaders verder uitgewerkt in nauwe samenwerking met de overheden en marktpartijen. Na inhoudelijke en financiële overeenstemming wordt dit alles ook uitgewerkt in anterieure afspraken. We streven naar een overeenstemming over de planologische en stedenbouwkundige kaders in de tweede helft van 2023.

  • Hoofddorp Noord: In 2022 is het Stedenbouwkundig Programma van Eisen door de gemeenteraad vastgesteld en is een anterieure overeenkomst ondertekend voor de zogeheten AM-locatie met 600 woningen. In de tweede helft van 2022 is de bestemmingswijziging ter besluitvorming voorgelegd en is de zienswijzeprocedure verlopen.

  • Voor de gebiedsontwikkeling van Cruquius Zwaanshoek en Cruquius Bennebroekerdijk is een programma van eisen opgesteld (80% versie) en zijn intentieovereenkomsten afgesloten. De intentieovereenkomst voor Cruquius Zwaanshoek is in januari 2023 verlopen. Cruquius Zwaanshoek is onderdeel van het proces met het Rijk om te onderzoeken of woningbouw haalbaar is op deze locatie.

  • Voor het Pionier-Bolsterrein is in 2021 een WBI-subsidie toegekend door het Rijk. Het Masterplan Pionier-Bols (2021.00031830) is 3 maart 2022 vastgesteld. Het Westerdreefkwartier met 136 woningen wordt nu gebouwd en in 2023 opgeleverd. De intentieovereenkomst met Bolskwartier BV is verlengd en gestreefd wordt naar ondertekening van een anterieure overeenkomst in 2023. Voor het Pioniersterrein (Van Groningenkavel) wordt een plan uitgewerkt ten behoeve van een tender in 2024. Het komende jaar worden plannen gemaakt en uitgevoerd voor de openbare ruimte en aanleg infrastructuur.

In 2022 is een BO Mirt aanvraag ingediend voor Spoorzone en Haarlemmermeer West. Op 11 november 2022 heeft het Rijk van de aangevraagde € 324 miljoen een bedrag van € 100 miljoen toegekend onder voorwaarden van 50% cofinanciering. De bijdrage is vooral gekoppeld aan mobiliteitsmaatregelen voor Spoorzone Hoofddorp. Ook is definitief een bedrag van € 13,5 miljoen toegekend voor mobiliteitsmaatregelen in Hoofddorp Stadscentrum. Met deze focus van het Rijk op Hoofddorp Centrum en Station heeft het Rijk aangegeven woningbouw op deze locatie prioriteit te geven. Desalniettemin heeft het Rijk hulp aangeboden in het verkennen van de mogelijkheden voor ook woningbouw in Haarlemmermeer West.

In een proces met het Rijk, provincie, VRA, marktpartijen en gemeente wordt sinds begin 2023 onderzocht wat de inhoudelijke en financiële onduidelijkheden voor de totale gebiedsontwikkeling in Haarlemmermeer West zijn. Met de partijen wordt onder meer op basis van scenario-analyses naar werkbare oplossingen gezocht en gepoogd overeenstemming te bereiken. Dit is een complexe opgave. De verwachting is dat in de tweede helft van 2023 de resultaten gepresenteerd kunnen worden aan de gemeenteraad.

5. Ontwikkelen van Spoorzone Hoofddorp

In de Spoorzone Hoofddorp is de bouw van 10.000 woningen en vele duizenden arbeidsplaatsen voorzien. De komst van de Noord/Zuidlijn maakt deze schaal- en kwaliteitssprong mogelijk. Andersom draagt de woningbouw en de uitbreiding van de werkgelegenheid bij aan de vervoerswaarde van de metro.

De stationsomgeving van Hoofddorp biedt unieke kansen om het te ontwikkelen tot een hoogstedelijk gebied dat zich kenmerkt door een mix van wonen, werken, leren, verplaatsen, verblijven en recreëren. Door dit gebied integraal te ontwikkelen ontstaat een aantrekkelijk stedelijk gebied; een representatieve zuidelijke entree voor Schiphol en de Zuidas. En samen met Schiphol en de Amsterdamse Zuidas zal het gebied de internationale entree van Nederland vormen (ENTER NL). Het station van Hoofddorp zal zich met de komst van de metro ontwikkelen tot een multimodaal knooppunt waar dagelijks 40.000-50.000 reizigers in-, uit- of overstappen op metro, bus en trein.

Voor deze ontwikkeling is inmiddels door de rijksoverheid een BO Mirt bijdrage in de kosten voor de infrastructuur toegezegd.

6. Ontwikkeling van stadscentrum Hoofddorp

Met het programma Stadscentrum Hoofddorp willen we van het gebied tussen de Hoofdvaart en het station een aantrekkelijk een levendig stedelijk gebied maken waar werken, wonen, groen en voorzieningen met elkaar vermengen. Hierbij focussen wij ons op de volgende subdoelen: aantrekkelijker, levendig, sociale structuur, groen en bereikbaarheid. Om deze doelen te bereiken, brengen wij de komende jaren samenhang aan in alle ontwikkelingen:

  • Ruimtelijke maatregelen (integrale parkeeropgave, (ondergrondse) infrastructuur, energievoorziening)

  • Hyde Park (woningbouw door diverse ontwikkelaars, Gerritshoeve)

  • Stadspark (Wandelbos, De Fruittuinen, woningen op Emmaschoollocatie )

  • Raadhuisplein en omgeving (Raadhuisplein, gemeentehuis, voorzetgebouw, SEM, Centrumzicht en Parkzicht , diverse initiatieven, WKO (Warmte Koude opslag)

  • Binnenweg en omgeving (Binnenweg 3, Binnenweg 4, Nieuweweg 103)

  • Winkelgebied (TROM, Concourslaan, Wereldhave)

In 2023 hebben we een visie voor het stadscentrum gemaakt. We werken met de geselecteerde architect en adviseurs aan het definitief ontwerp voor het nieuwe gemeentehuis. Hyde Park BV is inmiddels begonnen met bouwen en er is anterieure overeenkomst met Van Herk afgesloten.

7. Nieuw perspectief voor Rijsenhout

De opheffing van de reservering van de 2e Kaagbaan door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is aanleiding om de leefbaarheid van het dorp Rijsenhout verder te verbeteren. Dat kan met mogelijk extra woningen, groenvoorzieningen, recreatie en infrastructuur. De komende jaren gaan we hieraan werken. Op basis van de Ruimtelijk Economische Visie Rijsenhout onderzoeken we locaties voor mogelijk nieuwe woningen, de bijbehorende verkeersontsluiting, de water- en groenopgave (klimaatadaptatie), voorzieningenstructuur en groene verbindingen. Bijzondere onderdelen zijn onder andere een pilot voor geluidadaptief bouwen van een aantal woningen (Living Lab), ontwikkelen van het Fort bij Aalsmeer, relatie met waterrecreatie op de Westeinderplas, een waterrijke natuurzone (NNN) door het dorp en verbindingen met PARK21. Deze groenverbindingen en recreatieprojecten vallen binnen de ontwikkeling van de Westeinderscheg.

Tabel 41 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2022

2023

2024

2025

2026

2027

Beleidsdoel A: De ruimtelijke omgeving is het resultaat van een zorgvuldige afweging om het welzijn van de inwoners, bedrijven, werkenden, bezoekers en recreanten te vergroten.

Baten

3.591

950

1.220

280

280

280

Lasten

10.331

10.023

8.364

8.117

4.643

4.642

Saldo

-6.740

-9.073

-7.144

-7.837

-4.363

-4.362

Toelichting op de verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar

Verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting
(bedragen × € 1.000; min = nadeel )

2024

2025

2026

2027

Baten

1. Anterieure overeenkomsten

236

-940

-

-

Overig

34

-0

-

-

Totaal Baten

270

-940

-

-

Lasten

1. Programmakosten

1.810

391

2.180

-

2. Omgevingswet

-

148

1.294

-

3. Gewijzigde verdeling van personeelslasten

-121

-292

-

-

Overig

-30

-0

0

1

Totaal Lasten

1.659

247

3.474

1

Baten

1. Dit betreffen de inkomsten uit anterieure overeenkomsten. Deze worden gestort in de reserve RIH (Ruimtelijke Investeringen Haarlemmermeer), zie hiervoor de toelichting bij het onderdeel reserves van dit programma. De stortingen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde RIH-bijdragen uit diverse projecten. Voor nadere informatie verwijzen wij naar het Meerjaren Perspectief Grondzaken (MPG, standlijn 1 januari 2023).

Lasten

1. Voor de programma's Stadcentrum Hoofddorp, Spoorzone Hoofddorp en Schaalsprong wonen zijn in 2023, 2024 en 2025 programmakosten geraamd bij de vaststelling van de Voorjaarsrapportage 2023. De verwachting is dat vanaf 2026 de kosten ten laste van de nog te openen bouwgrondexploitaties (grexen) komen.

2. Voor het opstellen van het Omgevingsplan zijn tot en met 2025 incidentele middelen ter beschikking gesteld.

3. Als gevolg van een gewijzigde verdeling van personeelslasten over de beleidsdoelen is sprake van een hogere doorbelasting in 2024 en 2025 op dit beleidsdoel.