Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen

Tabel 81 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2023

2024

2025

2026

2027

2028

Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

Baten

-

-

-

-

-

-

Lasten

2.877

11.165

9.125

9.993

13.618

21.090

Saldo

-2.877

-11.165

-9.125

-9.993

-13.618

-21.090

Onvoorziene uitgaven

Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag geraamd van € 35.000 per jaar. De post onvoorziene uitgaven is bestemd voor kleine posten die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Hierbij is het uitgangspunt dat deze in eerste instantie binnen de beschikbare budgetten opgevangen moeten worden. Pas in tweede instantie kan de raming voor onvoorziene uitgaven worden benut. Voor relatief grote tegenvallers is de raming voor onvoorziene uitgaven niet bedoeld. Grote tegenvallers komen direct ten laste van het resultaat en de Algemene dekkingsreserve.

Stelposten

In de Programmabegroting 2025-2028 zijn de volgende stelposten geraamd:

Tabel 82

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Stelpost areaalsystematiek groei van de gemeente

1.188

4.042

7.994

13.028

Stelpost volume groei jeugdzorg en Wmo

0

790

1.580

2.370

Stelpost schaalsprong wonen

1.995

1.970

1.943

1.943

Stelpost bedrijfsvoering

-120

-120

-120

-120

Stelpost versterking organisatie

790

790

790

790

Stelpost kapitaallasten/realisatiegraad investeringen

-2.742

-4.363

-5.399

-3.874

Stelpost indexaties (loon- en pijsstijgingen)

7.359

6.764

6.844

6.967

Stelpost ombuigingen

-175

-175

-175

-175

Totaal stelposten

8.295

9.698

13.457

20.929

De mutaties op deze stelposten ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2024 staan in het overzicht ‘Verloop stelposten’, in het hoofdstuk Financiële begroting.
Bij de vaststelling van de Voorjaarsrapportage 2023 (7735887) is besloten een areaalsystematiek in te voeren om de stijging van de lasten als gevolg van de groei van de gemeente te verwerken in het meerjarenbeeld. De areaalsystematiek brengt de financiële impact van de autonome groei op de primaire processen, waarbij de gehele begroting wordt betrokken, in beeld. Middels de stelpost 'areaalsystematiek groei van de gemeente' zijn de hogere lasten geraamd in het meerjarenbeeld. In de Voorjaarsrapportage 2025 wordt de stelpost bijgesteld op basis van de werkelijke groei in 2024 en volgt besluitvorming over toekenning van budgetten aan de verschillende programma's/beleidsdoelen.

Voor de volumegroei jeugdzorg en Wmo voor de huidige inwoners is rekening gehouden met een groei van 1% voor de jaren 2026 en verder. De volumegroei voor 2025 is toegevoegd aan de betreffende budgetten. De hogere lasten als gevolg van de volumegroei door de stijging van het aantal inwoners is verwerkt in de areaalsystematiek groei van de gemeente.

Voor het dekken van de kapitaallasten van investeringen in verband met de schaalsprong wonen is vanaf 2024 een stelpost opgenomen. Conform een besluit van de raad bij de vaststelling van de Investeringsstrategie Wonen (2021.0002603) wordt in een begrotingsjaar resterend bedrag van deze stelpost in de jaarrekening van dat jaar gestort in de reserve Schaalsprong.

Een deel van de middelen voor de versterking van de organisatie, die beschikbaar zijn gesteld op basis van het coalitieakkoord 2022-2026, is nog niet toegewezen voor de jaren 2025 en verder. Hiervoor wordt later de afweging gemaakt waar een verdere versterking het meest noodzakelijk is.

De stelpost kapitaallasten betreft met name het geraamde voordeel op de investeringen als gevolg van de aanname dat 65% van de geraamde investeringsbedragen gerealiseerd wordt.

De stelpost indexaties is gebaseerd op de in de Voorjaarsrapportage 2024 vastgestelde indexeringen. In de paragraaf 'Grondslagen begroting' zijn deze vermeld.

Een deel van de ombuigingen kan nog niet worden geraamd op concrete begrotingsposten en zijn daarom als stelpost geraamd. Dit betreft het versoberen van taken in het primaire proces.