Beleidsdoel D: Het energiesysteem in Haarlemmermeer is in 2050 CO2-neutraal.

Wat willen wij bereiken en wat gaan wij daarvoor doen?

Gemeenten hebben de regierol gekregen bij de lokale uitvoering van het klimaatakkoord. Hierin zijn afspraken gemaakt om de oorzaken van klimaatverandering tegen te gaan (klimaatmitigatie). Een groot deel hiervan heeft een directe relatie met ons gebruik van fossiele energie. De energietransitie is daarmee een belangrijk onderdeel van de nationale strategie om de klimaatdoelen te halen. Zowel landelijk als in het coalitieakkoord 2022-2026 is afgesproken om in 2030 te komen tot een CO2‑reductie van 55% tot 60% ten opzichte van 1990. Dat doen we met name door op energie te besparen en fossiele energie te vervangen voor energie uit duurzame bronnen. Met de Actualisatie Programma Energietransitie 2022-2026 werken we deze collegeperiode aan een negental focusprojecten binnen de vier programmalijnen; duurzame opwek, de warmtetransitie, energie-infrastructuur en de sociale transitie. Ieder jaar wordt middels de Energie- en Klimaatmonitor integraal gerapporteerd over dit beleidsdoel.

Activiteiten

  1. Zorgen dat iedereen mee kan doen in de energietransitie

  2. Lokaal opwekken van duurzame energie

  3. Verduurzamen van de gebouwde omgeving

  4. Toekomstbestendig maken van de energie-infrastructuur

Toelichting

1. Zorgen dat iedereen mee kan doen in de energietransitie

Transities gaan vaak gepaard met ongewenste effecten doordat bepaalde ontwikkelingen sneller gaan dan verwacht, andere ontwikkelingen juist achterblijven en marktmechanismes uit balans raken. Dat heeft als risico dat - met name - kwetsbare groepen vaak niet kunnen profiteren van de voordelen en juist zelfs achter- of buitengesloten raken. Ook in de energietransitie zien we, met als recent voorbeeld de sterk gestegen energiekosten, dit gebeuren.

Omdat de energietransitie alleen kan slagen als uiteindelijk iedereen mee kan doen is de sociale component zeer belangrijk. Dat begint bij goede informatievoorziening, laagdrempelige ondersteuning en toegankelijkheid tot financiering. In 2025 blijven we werken aan de bestrijding van energiearmoede in samenwerking met lokale partners als de Energiebank Haarlemmermeer. Naast lage inkomensgroepen richten wij ons hierbij op andere minder zelfredzame groepen. Verder gaan we in 2024 het Energieloket Haarlemmermeer verder professionaliseren en zorgen we ervoor dat het loket in iedere kern en wijk laagdrempelig beschikbaar blijft door middel van een rijdend loket.

De sociale kant van de energietransitie gaat ook over het bieden van mogelijkheden aan inwoners en ondernemers om actief betrokken te zijn bij besluitvorming en in de uitvoering van projecten. Bijvoorbeeld via financiële participatie door lokaal eigenaarschap. Projecten met grote impact op de omgeving hebben hierbij specifieke aandacht zoals zonneakkers in het Zonnecarré, het windzoekgebied en bij wijkplannen in de warmtetransitie.

2. Lokaal opwekken van duurzame energie

In 2021 is de Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid 1.0 (RES), inclusief een amendement om het windzoekgebied ook concreet vast te stellen, door de gemeenteraad vastgesteld. In 2024 is ingestemd met de Herijking Regionale Energiestrategie (RES) Noord-Holland Zuid 2024.

Voor het windzoekgebied wordt er samen met de omgeving en initiatiefnemers gewerkt aan het opstellen van spelregels voor een eventueel windpark in het zuiden van de gemeente. Kleine windmolens met een ashoogte van ≤ 15 meter, ook wel microturbines of boerenerfmolens genoemd, kunnen in 2025 via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa) worden aangevraagd in het landelijk gebied met passend beleid. Verder werken we aan de uitvoering van zonneakkerprojecten binnen het Zonnecarré.

Daarnaast werken we aan andere projecten om duurzame energie op te wekken, waarbij we met name kijken naar dubbel ruimtegebruik. We werken aan meer zonnepanelen op daken en bieden ondersteuning aan maatschappelijk vastgoed en het midden- en kleinbedrijf. Om de ontwikkelingen van zonnecarports te bevorderen werken we aan ruimtelijke richtlijnen. Daarnaast werken we samen met onze partners aan de realisatie van zonnepanelen in bermen langs rijkswegen in het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER). Ook wordt de inpassing van batterijen verder verkend.

3. Verduurzamen van de gebouwde omgeving

In de gebouwde omgeving wordt nog veel aardgas gebruikt voor zowel de verwarming van gebouwen als voor koken en in sommige bedrijfsprocessen. In de Warmtevisie Haarlemmermeer 2030 is beschreven dat we per wijk tot een plan zullen komen hoe de gebouwen daar te verduurzamen zodat in 2050 er geen aardgas meer nodig is.
In 2024 en 2025 werken we in lijn met het Nationaal isolatieprogramma en stellen we met behulp van rijksmiddelen een subsidie beschikbaar voor inwoners voor het isoleren van woningen met een laag energielabel. In 2025 werken we de eerste wijkgerichte aanpakken verder uit en stellen we daarvoor een standaardaanpak vast. In die wijkgerichte aanpak willen we integraal werken: bij energietransitie meekoppelkansen proberen te benutten zoals grootschalig onderhoud van de openbare ruimte en het klimaatadaptief maken hiervan, elektrisch laden, verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en het benutten van mogelijke verdichtingskansen. We werken mee aan nationale en internationale onderzoeksprojecten om beter te kunnen begrijpen hoe we bewoners initieel en continu kunnen motiveren om stappen te zetten in de verduurzaming van hun woning en hun mobiliteit. Naast de woningen richten we ons ook op de verduurzaming van bedrijven. Hierbij beogen we in 2025 via het Energieloket voor Bedrijven de gratis adviezen te blijven aanbieden en stimuleren we bedrijven om maatregelen te treffen. Voor een aantal bedrijvenlocaties zijn er initiatieven voor collectieve warmtevoorziening. De verkenning voor de toepassing van geothermie in de Greenport wordt voortgezet. Naar verwachting treedt in 2025/2026 de Wet collectieve warmte in werking. We bereiden ons voor op deze wetgeving en de taken die we daarvoor als gemeente zullen moeten gaan uitvoeren. Als gemeente willen we hierbij het goede voorbeeld geven met de verduurzaming van ons eigen vastgoed en bedrijfsvoering. Wij monitoren de inspanningen die we leveren om de eigen CO2-uitstoot terug te dringen aan de hand van de CO2-prestatieladder. We onderzoeken in 2025 of we op niveau 4 van de CO2‑prestatieladder kunnen worden gecertificeerd.

4. Toekomstbestendig maken van de energie-infrastructuur

Energieinfrastructuur is een randvoorwaarde om de woningbouw- en klimaatdoelstellingen te halen en is nodig voor een goed vestigingsklimaat. Het elektriciteitsverbruik is zodanig toegenomen dat heel Haarlemmermeer inmiddels te maken heeft met netcongestie. Dat treft met name bedrijven en (maatschappelijke) instellingen die willen uitbreiden of verduurzamen. Daarom bieden we vanuit de taskforce energieinfrastructuur, een samenwerking van netbeheerders, provincie en gemeenten, ondersteuning bij netcongestie.

Met al deze partijen werken we toe naar een toekomstbestendig energiesysteem. Dat doen we door het elektriciteitsnet versneld te verzwaren. Buurt voor buurt worden extra middenspanningsruimtes toegevoegd. Daar waar veel ontwikkelingen plaatsvinden helpen we de netbeheerder tijdig geschikte ruimte te vinden voor grotere transformatorstations. Zowel lokaal als regionaal programmeren we het energiesysteem met het doel het energiesysteem van de toekomst slim en efficiënt in te richten, bijvoorbeeld door afname en opwek met elkaar te combineren.

Omdat ook de industrie in de regio aan de vooravond staat van grote verduurzaming, zijn er vooral in het Noordzeekanaalgebied meerdere energieprojecten die betrekking hebben op Haarlemmermeer. Een nationaal en regionaal waterstofnetwerk, verschillende ondergrondse elektriciteitskabeltracés, het hoogspanningsstation A9 Zuid en de aanlanding wind op zee (VAWOZ 2031-2040) zijn voorbeelden van grote projecten die horen bij het energiesysteem van de toekomst.

Tabel 47 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2023

2024

2025

2026

2027

2028

Beleidsdoel D: Het energiesysteem in Haarlemmermeer is in 2050 CO2-neutraal.

Baten

2.539

4.114

3.805

1.579

382

32

Lasten

3.982

6.093

5.270

3.070

1.843

1.487

Saldo

-1.443

-1.979

-1.465

-1.492

-1.462

-1.455

Toelichting op de verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar

Verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting
(bedragen × € 1.000; min = nadeel )

2025

2026

2027

2028

Baten

1. Klimaatmiddelen Rijk

-179

-2.241

-1.071

-346

Overig

-130

14

-126

-4

Totaal Baten

-309

-2.227

-1.197

-350

Lasten

1. Energietransitie

500

-

-

-

2. Klimaatmiddelen Rijk

179

2.241

1.071

346

Overig

144

-41

156

11

Totaal Lasten

823

2.200

1.227

357

Baten

1. Vanuit het Rijk zijn incidenteel middelen toegekend voor de uitvoering van de Energietransitie. De middelen zijn gefaseerd begroot over de jaarschijven.

Lasten

1. Wegens het doorschuiven van budgetten van 2023 is het budget in 2024 hoger.

2. Zie voor een toelichting op lagere lasten voor Klimaatmiddelen Rijk de toelichting opgenomen bij de baten.