Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

Tabel 166 Wat mag het kosten?

(Bedragen × € 1.000)

JR2018

2019

2020

2021

2022

2023

Onderdeel D: Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

Baten

345

51

-

-

-

-

Lasten

4.915

6.398

5.234

6.000

6.654

7.859

Saldo

-4.570

-6.347

-5.234

-6.000

-6.654

-7.859

Onvoorziene uitgaven

Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag geraamd van € 35.000 per jaar. De post onvoorziene uitgaven is bestemd voor kleine posten die onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Hierbij is het uitgangspunt dat deze in eerste instantie binnen de beschikbare budgetten opgevangen moeten worden. Pas in tweede instantie kan de raming voor onvoorziene uitgaven worden benut. Voor relatief grote tegenvallers is de raming voor onvoorziene uitgaven niet bedoeld. Grote tegenvallers komen direct ten laste van het resultaat en de Algemene dekkingsreserve.

Stelposten

In de programmabegroting wordt rekening gehouden met stelposten. Dit zijn globale ramingen van baten of lasten waarvan de invulling nog niet concreet is. Daardoor is het niet mogelijk deze stelposten in de ramingen van de programma’s te verwerken en worden ze geraamd onder Algemene dekkingsmiddelen. Als de invulling van een stelpost wel concreet wordt, dan wordt deze invulling via een begrotingswijziging ten gunste of ten laste van een programma gebracht en daarmee geautoriseerd door de raad.

In de Programmabegroting 2020- 2023 zijn de volgende stelposten geraamd:

Tabel 167 

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

2020

2021

2022

2023

Stelpost kosten Bedrijfsvoering

22

21

21

21

Stelposten Indexaties

6.032

7.118

7.118

7.118

Stelposten kapitaallasten

-1.653

-1.575

1.158

2.485

Stelposten gemeentefonds

25

26

-2.174

-2.174

Totaal stelposten

4.426

5.590

6.123

7.450

De mutaties op deze stelposten ten opzichte van de Voorjaarsrapportage 2019 staan in het overzicht ‘Verloop stelposten’, zie het hoofdstuk Financiële begroting.
De stelpost kapitaallasten betreft de het geraamde voordeel op de investeringen als gevolg van de aanname dat 70% van de geraamde investeringsbedragen gerealiseerd worden. Verder is vanaf 2022 rekening gehouden met € 2,5 miljoen aan lasten in verband met het project het Huis van HLMRMeer.