Grondexploitatieprojecten herzien

In de Verordening Grondzaken staat in artikel 12 dat een grondexploitatie elke vier jaar wordt herzien of eerder voor zover noodzakelijk op basis van één van de volgende vijf overwegingen:

a. de kosten en/of de opbrengsten op netto contante waarde wijken substantieel af van de laatst gerapporteerde grondexploitatie. Onder substantiële afwijkingen wordt het volgende verstaan:

  1. afwijkingen groter dan 10% van de kosten en/of de opbrengsten bij projecten tot € 30 miljoen (optelling van de totale kosten en opbrengsten in het project);

  2. afwijkingen groter dan 5% van de kosten en/of de opbrengsten bij projecten tussen de € 30 miljoen en € 50 miljoen;

  3. afwijkingen groter dan 3% van de kosten en/of de opbrengsten bij projecten groter dan € 50 miljoen.

b. het programma meer dan 10% afwijkt van het laatst bestuurlijk vastgestelde programma;

c. het eindpeil van de fasering meer dan drie jaar naar achteren verschuift ten opzichte van het laatst bestuurlijk vastgestelde eindpeil;

d. de raad aan het college verzoekt om een herziening;

e. het college een herziening ter besluitvorming aan de raad wil aanbieden zoals bij substantiële aanpassingen van het referentiekader welke niet vallen onder lid 1 sub a t/m c.

Herziene grondexploitaties worden (voornamelijk) bij het tMPG ter besluitvorming aan de raad aangeboden.