Structureel begrotingssaldo

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting moet beoordeeld worden of alle structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Om dit te bepalen is in de programmabegroting het Overzicht incidentele baten en lasten opgenomen. Onder andere op basis van dit overzicht geeft het structureel begrotingsevenwicht het volgende beeld:

Tabel 5

Omschrijving
(bedragen x € 1.000; min = nadeel)

2025

2026

2027

2028

Saldo baten en lasten

3.360

-5.379

-13.522

-15.608

Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

5.743

2.127

5.518

2.172

Begrotingssaldo (a)

9.103

-3.252

-8.004

-13.346

Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) (b)1

-7.187

-826

-640

-100

Structureel begrotingssaldo (=a-b)

16.290

-2.426

-7.364

-13.336

  1. Een minbedrag verhoogt het structurele saldo

Het structureel begrotingssaldo wordt berekend door de totale lasten en baten te verminderen met het saldo van de incidentele lasten en baten. Het saldo dat over blijft moet positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). Een positief structureel begrotingssaldo geldt voor 2025.

Vanaf 2026 is sprake van een structureel begrotingstekort. Dit is het directe gevolg van de terugval van de algemene uitkering uit het gemeentefonds doordat in het Coalitieakkoord Rutte IV het gemeentefonds vanaf dat jaar is gekort. In het kader van het financieel beleid van onze gemeente hanteren we als beleidsuitgangspunt dat, wanneer als gevolg van de onzekere financieringssystematiek van het Rijk naar de gemeenten tekorten ontstaan, maximaal de laatste twee jaren van het meerjarenbeeld negatief mogen staan.