Kengetallen schuldpositie

In de notitie meerjarig financieel inzicht voor de raad van de commissie BBV is aangegeven dat de belangrijkste indicatoren en kengetallen van de balans en van de baten en lasten in samenhang dienen te worden gepresenteerd en toegelicht. De ontwikkeling van deze samenhang in de loop van de tijd wordt hierin verwerkt en de trends worden geduid. In de notitie Schuldpositie 2023 heeft de raad besloten drie kernindicatoren schuldpositie aan te wijzen. In de programmabegroting en jaarstukken worden deze aangevuld met een aantal ondersteunende indicatoren, welke de kernindicatoren nuanceren, of in breder perspectief plaatsen. Daar waar het verplichte indicatoren betreft kunnen ook vergelijkende cijfers van het gemiddelde van gemeenten in de categorie 120.000 - 160.000 inwoners worden weergegeven omdat deze informatie wordt gepubliceerd. De onderstaande analyse richt zich op samenhang en trends, de ontwikkeling per kernindicator wordt toegelicht in de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing bij het onderdeel schuldpositie. De toelichtingen op de manier hoe de indicatoren dienen te worden berekend staan in de notitie Schuldpositie 2023.

Figuur 3

De indicatoren geven in één oogopslag een beeld van de financiële gezondheid van de gemeente. Bij de kernindicatoren valt op dat twee van de drie kernindicatoren eind 2023 op groen staan. De netto schuldquote is op basis van de werkelijkheid eind 2023 hoger dan gemiddeld, maar bevind zich in de categorie minst risicovol. Deze is hoger dan de gemiddelde gemeente van vergelijkbare omvang. Echter zijn de verschillen binnen de vergelijkingsgroep groot. De overdracht van de gronden GEM A4 zone west heeft geleid tot een daling van de grondexploitatiequote tot nabij het gemiddelde. Mede daardoor is de netto schuldquote in 2023 verder gedaald. Omdat de grondexploitatiequote zich nu nabij het gemiddelde bevind, wordt de hoger dan gemiddelde netto schuldquote niet meer veroorzaakt door grondbezit, maar voornamelijk door de investeringen die in het kader van de ambities in het verleden zijn gedaan. Deze dalende netto schuldquote geeft in de toekomst meer ruimte totdat de signaalwaarde wordt bereikt. De solvabiliteit bevindt zich in oranje (neutraal), dichtbij het gemiddelde. Hierdoor heeft Haarlemmermeer een solide financiële positie in tijden van financiële tegenspoed. Ook de weerstandsratio bevestigt dit beeld. Vrijwel alle indicatoren bewogen zich in 2023 in het groen of richting het groen.

Op de langere termijn bewegen de netto schuldquote en de solvabiliteit zich in de categorie neutraal (oranje). De lasten schuldpositie blijft gedurende het gehele meerjarenbeeld op groen. Hieruit blijkt dat de schuld, ondanks de stijgende rente waar bij de Voorjaarsrapportage 2024 rekening mee is gehouden, betaalbaar blijft. De stijging van de netto schuldquote wordt veroorzaakt door de voorgenomen investeringen. De omvang van de activa groeit, waarbij de ratio grondexploitatie tot en met 2027 vrijwel gelijk blijft. De solvabiliteit daalt als gevolg van geplande onttrekkingen aan de Algemene dekkingsreserve. Dit betreffen voor 2025 de onttrekkingen ten behoeve van mutaties waar bij de Voorjaarsrapportage 2023 toe besloten is, in samenhang met de budgetoverhevelingen uit de najaarsrapportage en jaarstukken van 2023. Omdat de omvang van de Algemene dekkingsreserve ook meeweegt in de berekening van de ratio weerstandsvermogen, voorzien we bij deze ondersteunende indicator ook een daling vanaf 2025. Ondanks dit blijft de de classificatie uitstekend. Bij andere ondersteunende indicatoren zien we dat de belastingcapaciteit zich als gevolg van de stijgingen van de rioolheffing en afvalstoffenheffing in het rood begeeft. Dit wordt toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen bij het overzicht kengetallen en bij de lokale heffingen. De indicator structurele exploitatieruimte is in 2025 nog positief, maar wordt vanaf 2026 negatief. Dit is het gevolg van het ravijnjaar, ook bij de vergelijkingsgroep is dit duidelijk terug te zien. De lijn in de grafiek voor onze gemeente en de vergelijkingsgroep vallen vrijwel samen in 2025, 2026 en 2027.

Met twee kernindicatoren die zich binnen oranje bewegen is waakzaamheid voor de hoogte van de schuld wenselijk, maar er is nog geen reden tot noodzakelijk ingrijpen op hoogte van de schuld. Uit de analyse bij de notitie Schuldpositie 2023 is daarbij gebleken dat de kengetallen, zeker in de laatste jaarschijven, onzekerheid vertonen en in de praktijk, ondanks zorgvuldige ramingen, door diverse oorzaken beter uitvallen dan ingeschat. De goede uitgangspositie na 2023, de lage gemiddelde rente op de bestaande leningenportefeuille (1,53% bij de Jaarstukken 2023) en het weerstandsvermogen van de gemeente maken dat de last van de schuld op de langere termijn houdbaar is en blijft. De spreiding binnen de leningenportefeuille voorkomt daarnaast dat de gemeente kwetsbaar is voor een renteschok. Dit blijkt ook uit de ruimte die er is tot de renterisiconorm. Wel zien we de druk op het meerjarenbeeld terug in indicatoren als de solvabiliteit, belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte. De keuzes die bij het inboeken van de ombuigingen bij Voorjaarsrapportage 2025 gemaakt worden, zullen van invloed zijn op de ontwikkeling van deze indicatoren op de langere termijn.