Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Tabel 127
Algemene informatie | Per januari 2013 nemen wij deel aan de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG). De oprichters van de OD zijn de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Haarlemmermeer en de provincie Noord-Holland. | ||
Programma | Veiligheid en Kwaliteit fysieke omgeving | ||
Beleidsdoelen | A. Een veilige woon- en leefomgeving voor inwoners, ondernemers en bezoekers in de gemeente Haarlemmermeer. B. Het verzekeren van de doelmatige en slagvaardige hulpverlening op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en geneeskundige hulp. E. Haarlemmermeer biedt een gezond leefklimaat. | ||
Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling | ||
Eigenaarsrol | Portefeuillehouder Handhaving | ||
Opdrachtgeversrol | Portefeuillehouder Vergunningen | ||
Bestuurlijk belang | Twee leden Algemeen Bestuur, één lid Dagelijks Bestuur | ||
Aandelenbelang | De GR heeft geen aandelen | ||
Financieel belang | De financiële bijdrage van Haarlemmermeer in 2021 is begroot op € 8.371.000 (totaal van alle deelnemers € 49.359.000). | ||
Financiële gegevens | Balansdatum | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|---|
Eigen vermogen | € 3.884.000 | € 3.440.000 | |
Vreemd vermogen | €15.970.000 | € 16.236.000 | |
Solvabiliteit ultimo 2019 | 17.5% | ||
Begroot resultaat 2020 | € 0 |
Financiële gegevens
Het financiële resultaat van de OD bedraagt over het jaar 2019 € 429.000. Dit positieve resultaat is inclusief vrijval onderhanden werk van € 454.000. Er is voorgesteld om dat jaarresultaat deels (€ 119.000) te bestemmen aan een correctie inzake het bedrijvenbestand. Dit betekent voor de gemeente Haarlemmermeer dat een bedrag ad € 105.000 niet in rekening wordt gebracht over 2019. Het resterende jaarresultaat (€ 310.000) wordt terugbetaald aan de oprichters. De gemeente Haarlemmermeer ontvangt € 43.400 retour.
Het resultaat van de OD kan worden verklaard aan de hand van de programma’s binnen de organisatie. Het programma Bouw kent een nadelig resultaat van € 611.000. De lasten zijn € 460.000 hoger dan begroot en de baten zijn € 151.000 lager dan begroot. De oorzaak van de hogere lasten is gelegen in de onverminderd hoge bouwopgave in het Noordzeekanaalgebied. De baten zijn lager uitgevallen doordat de uitvoeringsovereenkomsten en de maatwerkafspraken minder zijn dan begroot. Ook op het programma Bodem is een nadeel gerealiseerd. Door hogere personeelskosten zijn de lasten € 45.000 hoger uitgevallen. Door de realisatie van lagere volumes op diverse producten en minder losse opdrachten valt het totale resultaat € 173.000 lager uit dan begroot. Binnen het programma Milieu is het totale resultaat € 378.000 positief uitgevallen, onder andere door het niet kunnen invullen van vacatures. Het programma Randvoorwaardelijk heeft een voordeel gerealiseerd van € 87.000, met name door hogere baten op bezwaar en beroep. Het programma Bedrijfsvoering heeft een positief resultaat van € 422.000. Dit komt onder andere door de vrijval van de voorziening voor onderhanden werk van € 799.000. Het risico is opgenomen in het weerstandsvermogen door toevoeging van het risicobedrag aan de algemene reserve. Op basis van een actualisatie van het risico is de toevoeging aan de algemene reserve € 454.000 lager dan begroot.
De OD NZKG heeft een sluitende ontwerp-meerjarenbegroting. De verwachting, die dateert van voor de coronacrisis, is dat het uurtarief voor 2021 beperkt (+ 2,65%) zal stijgen en dat die stijging de komende jaren zal afvlakken.
Eventuele risico’s
De beschikbare weerstandscapaciteit en de noodzakelijke weerstandscapaciteit worden tegen elkaar afgezet met de ratio weerstandsvermogen. Die valt binnen 1,0 en 1,4 en wordt daarmee voldoende geacht. Het gaat hierbij om buffers in het eigen vermogen respectievelijk de exploitatie die kunnen worden vrijgemaakt, zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid en de uitvoering van taken. De beschikbare weerstandscapaciteit is € 2.018.000.
Ten tijde van het opstellen van de concept-meerjarenbegroting werden de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (met name de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) alsmede het Prestatiegericht Financieren als grootste risico’s beschouwd. Het ziet er nu naar uit dat een ander risico, omzetfluctuatie door conjuncturele ontwikkelingen, zich zal manifesteren. De economische recessie ten gevolge van de coronacrisis zal waarschijnlijk een omzetdaling tot gevolg hebben. Door de afbouw van de flexibele schil – ter indicatie: voor 2021 is begroot dat de totale kosten voor inhuur van externen 22,5% van de totale kosten bedragen – kan dat risico in eerste instantie worden opgevangen.