Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Tabel 133
Algemene informatie | Per januari 2013 nemen wij deel aan de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG). De oprichters van de OD zijn de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Haarlemmermeer en de provincie Noord-Holland. | ||||
Programma | Veiligheid | ||||
Beleidsdoelen | A. Een veilige woon- en leefomgeving voor inwoners, ondernemers en bezoekers in de gemeente Haarlemmermeer. B. Het verzekeren van de doelmatige en slagvaardige hulpverlening op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en geneeskundige hulp. | ||||
Programma | Kwaliteit fysieke omgeving | ||||
Beleidsdoelen | E. Haarlemmermeer biedt een gezond leefklimaat. | ||||
Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling | ||||
Eigenaarsrol | Portefeuillehouder Openbare orde, Veiligheid en Handhaving Portefeuillehouder Financiën | ||||
Opdrachtgeversrol | Portefeuillehouder Vergunningen | ||||
Bestuurlijk belang | Twee leden Algemeen Bestuur, één lid Dagelijks Bestuur | ||||
Aandelenbelang | De GR heeft geen aandelen | ||||
Financieel belang | De financiële bijdrage van Haarlemmermeer in 2023 is begroot op € 10.175.000 (totaal van alle deelnemers € 63.316.000). | ||||
Jaar | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Geraamde bijdrage | € 10.175.000 | € 10.209.000 | € 10.054.000 | € 10.111.000 | |
Financiële gegevens | Balansdatum | 31-12-2020 | 31-12-2021 | ||
Eigen vermogen | € 3.254.000 | € 4.010.000 | |||
Vreemd vermogen | € 18.672.000 | € 18.535.000 | |||
Solvabiliteit ultimo 2021 | 17,8% | ||||
Begroot resultaat 2022 | € 0 |
Financiële gegevens
Het financiële resultaat van de OD NZKG over 2021 is € 832.000 positief. Er was een resultaat van € 180.000 nadelig begroot. Ten opzichte van de gewijzigde begroting zijn er afwijkingen bij de lasten en de baten, per saldo € 1.012.000 voordelig. Voor 2022 is een resultaat van € 0 begroot. De definitieve cijfers volgen na de vaststelling van de jaarrekening 2021 van de OD door het Algemeen Bestuur op 15 juli 2022. Het positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de posten kwaliteitsimpuls en innovatie die niet zijn benut door terughoudend beleid, onvoldoende capaciteit en de coronacrisis. Het saldo bestaat ten opzichte van de begroting uit lagere baten van € 194.000 en € 1.164.000 lagere lasten. Daarnaast is er per saldo een lagere toevoeging aan de reserves van € 42.000. Dit komt door een lagere toevoeging aan de reserve Persoonlijk Ontwikkel Budget van € 58.000 en een lagere onttrekking Omgevingswet van € 67.000. Abusievelijk is bij de 6-maands rapportage de bestemming van het rekeningresultaat 2020 voor een bedrag van € 50.000 als begrote toevoeging aan de reserve in 2021 meegenomen waardoor de gewijzigde begroting € 110.000 is in plaats van € 60.000. In de realisatiecijfers van 2021 is dit rechtstreeks op de balans gemuteerd. Het totaal van de baten is € 194.000 lager dan begroot door € 228.000 lagere UVO baten, € 201.000 lagere baten voor projecten en offertes, - € 75.000 hogere subsidie inkomsten en - € 160.000 hogere overige baten waaronder externe detacheringsbaten.Het totaal van de lasten is € 1.164.000 lager dan begroot door - € 43.000 lagere apparaatslasten primair proces, - € 899.000 lagere lasten op het kwaliteitsimpulsbudget, innovatie en overheadbudget, - € 238.000 hogere opbrengst gekocht verlof medewerkers en - € 16.000 hogere lasten op diverse posten.
Eventuele risico’s
De beschikbare weerstandscapaciteit en de noodzakelijke weerstandscapaciteit worden tegen elkaar afgezet met de ratio weerstandsvermogen. Die valt binnen 1,0 en 1,5 (meerjarig is dit mede afhankelijk van onttrekkingen uit de algemene reserve) en wordt daarmee voldoende geacht. Het gaat hierbij om buffers in het eigen vermogen respectievelijk de exploitatie die kunnen worden vrijgemaakt, zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid en de uitvoering van taken. De beschikbare weerstandscapaciteit is € 2.018.000. De invoering van nieuwe wet- en regelgeving (met name de Omgevingswet, de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de Algemene Verordening Gegevensbescherming) is nog steeds één van de grootste risico’s. Een ander risico dat zich voordoet is de omzetfluctuatie door conjuncturele ontwikkelingen, de coronacrisis en de arbeidsmarkt. Ook is er nog sprake van een risico met betrekking tot prestatiegericht financieren.